ECLI:NL:RBDHA:2023:2387
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake lasten onder dwangsom opgelegd door gemeente
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn dochter, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn, waarin hem twee lasten onder dwangsom waren opgelegd. Deze lasten hielden in dat verzoeker een zonder omgevingsvergunning opgerichte recreatiewoning moest verwijderen en een gedeelte van een kas in de oorspronkelijke staat moest herstellen. Bij niet-naleving zou verzoeker een dwangsom van € 30.000,- en € 10.000,- verbeuren. Verzoeker had op 30 december 2022 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was. De termijn voor het voldoen aan de lasten was al verstreken op 15 december 2022, waardoor de dwangsommen van rechtswege verbeurd waren. De voorzieningenrechter concludeerde dat, hoewel de verbeurte van de dwangsommen financiële gevolgen had voor verzoeker, er geen onomkeerbare gevolgen aan verbonden waren. Verzoeker had de mogelijkheid om de reeds betaalde dwangsommen terug te vorderen indien het primaire besluit onterecht was. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen dringende noodzaak was om in te grijpen.