ECLI:NL:RBDHA:2023:2340
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en rechtsgeldigheid van meerdere landen van terugkeer in bestuursrechtelijke context
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Marokkaanse vreemdeling, had beroep ingesteld tegen het besluit van 1 december 2021, waarin hem werd opgedragen Nederland te verlaten binnen een termijn van 28 dagen. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft vastgesteld dat het terugkeerbesluit zowel Marokko als Spanje als mogelijke landen van terugkeer vermeldt. Eiser betwistte de rechtmatigheid van het besluit, stellende dat een terugkeer naar Spanje niet mogelijk is, aangezien Spanje binnen de Europese Unie ligt. De rechtbank oordeelde dat verweerder ten onrechte Spanje als land van terugkeer heeft aangemerkt, omdat terugkeer in de zin van de Terugkeerrichtlijn alleen kan plaatsvinden naar een land dat geen EU-lidstaat is. De vermelding van Spanje werd als een kennelijke schrijffout beschouwd, maar dit leidde niet tot een onrechtmatig besluit, aangezien Marokko als land van terugkeer duidelijk was aangegeven.
De rechtbank concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat hij rechtmatig verblijf in Spanje had en dat de vertrektermijn van vier weken niet onterecht was vastgesteld. De beroepsgrond van eiser dat er onvoldoende gronden aan de vertrektermijn ten grondslag lagen, werd eveneens verworpen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees proceskostenveroordeling af. De uitspraak werd openbaar gemaakt en eiser werd geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet.