Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
gevestigd te Amersfoort ,
eisende partij,
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder J.J. Sikkema
gedaagde partij,
gemachtigde: M.R. de Ruijter.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak vorderde de Stichting ServiceOrganisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) namens Albert Heijn een schadevergoeding van € 181,11 van de gedaagde partij, die beschuldigd werd van winkeldiefstal. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen omdat SODA niet voldeed aan de stelplicht. Tijdens de zitting op 2 februari 2023 was er geen vertegenwoordiger van Albert Heijn aanwezig, wat de mogelijkheid om de vordering te onderbouwen bemoeilijkte. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat zij niet was veroordeeld voor de winkeldiefstal. De kantonrechter oordeelde dat SODA onvoldoende bewijs had geleverd om de vordering te onderbouwen, ondanks de mogelijkheid om bewijsstukken te overleggen. De uitspraak leidde tot de conclusie dat SODA als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten werd veroordeeld. Het vonnis werd uitgesproken door mr. D. Nobel, kantonrechter, op 2 februari 2023.