ECLI:NL:RBDHA:2023:2282
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod in het kader van artikel 8 EVRM
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser, een Marokkaanse man, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod dat hem op 29 oktober 2022 was opgelegd. De rechtbank heeft het beroep op 31 januari 2023 behandeld, waarbij eiser aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. Eiser betwistte het inreisverbod, stellende dat dit in strijd was met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), omdat hij familie in Nederland, België en Spanje heeft. Hij voerde aan dat hij tijdens het gehoor angstig was en daardoor niet naar waarheid heeft kunnen verklaren, en dat verweerder geen belangenafweging heeft gemaakt.
De rechtbank overwoog dat verweerder voldoende had gemotiveerd dat het inreisverbod niet in strijd was met artikel 8 EVRM. Eiser had aangegeven dat hij familie in Nederland had, maar hij kon niet onderbouwen dat hij een hechte band met hen had. De rechtbank concludeerde dat verweerder op goede gronden het terugkeerbesluit en het inreisverbod had opgelegd. Eiser had onvoldoende bewijs geleverd voor zijn stellingen en de rechtbank wees erop dat hij tijdens het gehoor was geïnformeerd over de noodzaak om naar waarheid te verklaren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en verweerder hoefde geen proceskosten te vergoeden.