ECLI:NL:RBDHA:2023:2268

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
27 februari 2023
Zaaknummer
C/09/641681 / JE RK 23-154
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging

In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 februari 2023 een machtiging verleend voor de uithuisplaatsing van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De zaak betreft een veertienjarige jongen, aangeduid als [minderjarige01], die ernstige zorgen oproept vanwege zijn zelfbepalende gedrag, schoolverzuim, en problematische sociale contacten. De ouders van [minderjarige01] zijn overbelast en niet in staat om hem de benodigde structuur en begeleiding te bieden. De kinderrechter heeft eerder op 25 januari 2023 een spoedmachtiging verleend, waarna de minderjarige op 25 januari 2023 in een gesloten groep is geplaatst. De kinderrechter heeft de situatie van [minderjarige01] beoordeeld en vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die zijn ontwikkeling belemmeren. De gesloten plaatsing is noodzakelijk om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt. De kinderrechter heeft besloten de machtiging te verlenen tot 1 maart 2023, met de mogelijkheid voor [minderjarige01] om te stabiliseren en zich voor te bereiden op vervolgstappen in de hulpverlening. De ouders hebben hun steun uitgesproken voor de hulpverlening en de noodzakelijke stappen die gezet moeten worden voor de toekomst van hun kind.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/641681 / JE RK 23-154
Datum uitspraak: 7 februari 2023

Beschikking van de kinderrechter

Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging

in de zaak naar aanleiding van het op 25 januari 2023 ingekomen verzoekschrift van:

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:

[minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2008 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [minderjarige01] ,
advocaat: mr. Y. Özdemir, gevestigd te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man01] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te: [woonplaats01] ,

[de vrouw01] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Bij beschikking van 25 januari 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank een spoedmachtiging verleend om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven van 25 januari 2023 tot 9 februari 2023. De behandeling van het verzoek is voor het overige aangehouden tot deze zitting.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder thans ook:
- voornoemde beschikking d.d. 25 januari 2023;
- de instemmingsverklaring d.d. 26 januari 2023 van een gedragswetenschapper als bedoeld
in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop
nietkort
tevoren heeft onderzocht;
- de instemmingsverklaring d.d. 1 februari 2023 van een gedragswetenschapper als bedoeld
in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop
welkort
tevoren heeft onderzocht.
Op 7 februari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- de heer [naam01] namens de gecertificeerde instelling;
- [minderjarige01] , bijgestaan door zijn advocaat;
- de vader;
- de moeder.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot machtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Er zijn ernstige zorgen over de ontwikkeling van de veertienjarige [minderjarige01] . Op dit moment loopt [minderjarige01] vast op elk ontwikkelingsgebied. Hij vertoont fors zelfbepalend gedrag en brengt zichzelf daarmee in gevaarlijke situaties. Hij is ongrijpbaar, experimenteert met vechten, brandjes, roken en vermoedelijk blowen. Hij gaat niet naar school en staat hierdoor cognitief stil. Ook zijn er zorgen over de mensen met wie hij omgaat. Bovendien toont hij extreem antisociaal gedrag, is hij niet vatbaar voor sociale regels en stelt hij zich manipulatief op. Op emotioneel vlak is [minderjarige01] enorm kwetsbaar. Hij heeft de afgelopen jaren veel meegemaakt, waaronder de scheiding van de ouders, het overlijden van familieleden en een miskraam van zijn moeder. Hij vindt het moeilijk om over zijn emoties te praten. Het doet hem pijn en wanneer hij dat ervaart wil hij het liefst weg van de pijn. Hij wordt dan boos, agressief en gaat schelden. De ouders zijn op dit moment niet in staat [minderjarige01] voldoende te begrenzen. Ook op de open groepen waar [minderjarige01] de afgelopen tijd heeft verbleven is het onvoldoende gelukt om zijn veiligheid te waarborgen. De gecertificeerde instelling meent dat een korte gesloten plaatsing noodzakelijk is om [minderjarige01] te stabiliseren. Het is positief dat [minderjarige01] een positieve ontwikkeling laat zien op de gesloten groep, maar het is nog te pril om terug te werken naar een open groep. Het is belangrijk dat hij profiteert van de duidelijkheid en strakke kaders die de gesloten setting hem biedt. Daarbij moet hij leren omgaan met vrijheden, zodat het risico minder groot is dat hij terugvalt in oude patronen. Het is verder noodzakelijk dat er traumabehandeling wordt ingezet voor [minderjarige01] , zodat hij leert hoe hij op een goede manier met zijn emoties om kan gaan. Ook dient er systeemtherapie ingezet te worden, zodat [minderjarige01] en de ouders leren hoe zij adequaat op elkaar moeten reageren. Het is de bedoeling dat [minderjarige01] na de gesloten plaatsing terugkeert naar een open groep en vervolgens middels een gezinsopname terugwerkt naar huis.
De advocaat van [minderjarige01] heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter. Daartoe heeft de advocaat naar voren gebracht dat aan de gronden voor een gesloten machtiging is voldaan. Het is echter de vraag of een gesloten machtiging in het belang van [minderjarige01] is. Hij voelt zich niet veilig op de groep en ervaart veel negatieve prikkels vanuit de andere jongeren. De gecertificeerde instelling meent dat de gesloten plaatsing voor stabilisatie bij [minderjarige01] zal zorgen, waarna hij kan doorstromen naar een open groep. De gesloten machtiging wordt slechts verzocht voor korte duur en de vraag is dan ook of de nadelen van een gesloten plaatsing opwegen tegen de voordelen. [minderjarige01] ziet namelijk in dat hij problemen heeft en is gemotiveerd om hieraan te werken. Het is voor hem dan ook belangrijk dat er vertrouwen wordt uitgesproken en dat hij een stip op de horizon heeft.
[minderjarige01] heeft zelf naar voren gebracht dat hij niet langer op de gesloten groep wil blijven. Hij voelt zich niet op zijn plek bij [verblijfplaats01] en hij is bang voor zijn eigen veiligheid. [minderjarige01] beseft dat hij verkeerde keuzes heeft gemaakt en ziet in dat hij moet werken aan zijn problematiek. Hij heeft strenge regels voor zichzelf opgesteld en heeft ook mensen om zich heen die hem helpen zich aan de regels te houden. [minderjarige01] meent dan ook dat hij terug kan naar een open groep. Op de crisisplek bij [groep01] is een plek voor hem vrijgehouden. Daar kan hij heen totdat er plek is bij [instelling01] .
De moeder heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij het beste met [minderjarige01] voor heeft en dat zij het belangrijk vindt dat hij de hulp krijgt die hij nodig heeft. [minderjarige01] zit niet op zijn plek op de gesloten groep in [verblijfplaats01] . De moeder ziet dat hij stappen heeft gezet binnen de gesloten setting en gemotiveerd is om te werken aan zijn problematiek. De moeder staat achter het plan om hem eerst terug te plaatsen naar een open groep en vervolgens terug te werken naar huis. Zij is bereid om mee te werken aan de hulpverlening.
De vader heeft ter zitting aangegeven zich aan te sluiten bij het standpunt van de moeder. Ook de vader ziet dat [minderjarige01] stappen heeft gezet binnen de gesloten setting. De vader vindt het positief dat [minderjarige01] heeft opgeschreven waar hij aan wil werken.

Beoordeling

De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige01] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige01] zich aan de jeugdhulp die hij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Daartoe overweegt de kinderrechter dat er ernstige zorgen zijn over de veiligheid en het gedrag van [minderjarige01] . De zorgen hebben betrekking op zijn zelfbepalende gedrag, schoolgang, de verstandhouding met de ouders, middelengebruik en het sociale netwerk waarin hij zich begeeft. De afgelopen tijd zijn er meerdere incidenten geweest waardoor [minderjarige01] niet alleen zichzelf, maar ook anderen in gevaar bracht. De ouders zijn ernstig overbelast geraakt en waren daarom niet langer in staat [minderjarige01] te begrenzen en hem de structuur te bieden die hij nodig heeft. Hij heeft daarom vanaf november 2022 op verschillende open groepen verbleven. Ook daar bleek de groepsleiding niet in staat de veiligheid van [minderjarige01] te kunnen garanderen. Om die reden verblijft [minderjarige01] sinds 25 januari 2023 op een gesloten groep in [verblijfplaats01] . Deze maatregel is terecht genomen, ook de gedragswetenschapper staat daar achter. Tegelijk zijn er ook zorgen dat de gesloten plaatsing – als die te lang zou duren – contraproductief werkt. De kinderrechter vindt het positief dat [minderjarige01] meer zelfinzicht toont en bereid is te werken aan zijn problematiek. De positieve voortuitgang is echter pril, en [minderjarige01] komt wat onrealistisch over in zijn goede voornemens: hij is zo streng dat dat weer heel erg de andere kant uitgaat. De kinderrechter vindt het noodzakelijk dat [minderjarige01] nog een korte periode kan stabiliseren en zich voorbereiden op vervolgstappen binnen de duidelijke kaders die de gesloten setting hem biedt. De gesloten plaatsing is bedoeld als time-out, zodat [minderjarige01] tot rust kan komen en er tegelijkertijd gezocht kan worden naar een passende vervolgplek. De kinderrechter ziet aanleiding om de gesloten machtiging voor kortere duur toe te wijzen dan verzocht, namelijk tot 1 maart 2023. Het is belangrijk dat er hoop en vertrouwen wordt uitgesproken richting [minderjarige01] . Hij zit op de goede weg en het is belangrijk dat hij gemotiveerd blijft om aan de slag te gaan met de noodzakelijke hulpverlening.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet van 9 februari 2023 tot 1 maart 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2023 door mr. A.M.A. Keulen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Dreef als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 27 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.