Op 27 februari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen twee eisers van Syrische nationaliteit en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eisers hebben beroep ingesteld omdat de Staatssecretaris niet tijdig heeft beslist op hun aanvraag van 11 april 2022 voor een machtiging voor voorlopig verblijf (mvv). De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris uiterlijk op 11 juli 2022 had moeten beslissen, maar dit niet heeft gedaan. Eisers hebben de Staatssecretaris op 8 november 2022 in gebreke gesteld, waarna de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de Staatssecretaris alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de Staatssecretaris een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast heeft de rechtbank de dwangsom vastgesteld op € 1.442,- voor de periode waarin de Staatssecretaris te laat was met het nemen van een besluit.
Omdat het beroep gegrond is verklaard, moet de Staatssecretaris het door eisers betaalde griffierecht van € 184,- vergoeden en ook de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 418,50. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.