ECLI:NL:RBDHA:2023:22200
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser wegens ongeloofwaardigheid van verklaringen over betrokkenheid bij roofmoord
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiser. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De rechtbank heeft de aanvraag ongegrond verklaard, omdat de verklaringen van de eiser over zijn betrokkenheid bij een roofmoord in Nigeria niet geloofwaardig werden geacht. De eiser had gesteld dat hij op 20 juni 2015 betrokken was bij een incident waarbij zijn vrienden een woning binnengingen, iemand beroofden en deze persoon ook om het leven brachten. De eiser beweerde dat hij onschuldig was en dat hij door de politie werd beschuldigd en veroordeeld voor deze feiten, terwijl hij zelf niet bij de moord aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de eiser inconsistent en vaag waren, en dat hij belangrijke details over zijn veroordeling en de moord niet uit zichzelf had genoemd. De rechtbank concludeerde dat de geloofwaardigheid van het asielrelaas van de eiser ernstig in twijfel werd getrokken door zijn tegenstrijdige verklaringen en het gebrek aan bewijs voor zijn claims. De rechtbank heeft de eiser ook niet gevolgd in zijn stelling dat zijn psychische klachten hem belemmerden om over zijn verleden te verklaren. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de eiser geen recht heeft op asiel in Nederland.