ECLI:NL:RBDHA:2023:22196
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Grensdetentie en rechtsgeldigheid van vrijheidsontnemende maatregel na afwijzing asielaanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 december 2023 uitspraak gedaan over de rechtsgeldigheid van een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan eiser, een Ghanese asielzoeker. Eiser had op 17 november 2023 asiel aangevraagd bij aankomst op Schiphol, maar zijn aanvraag werd op 23 november 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond. Na een tweede asielaanvraag op 6 december 2023, die ook werd afgewezen, werd eiser in grensdetentie gehouden op basis van artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). De rechtbank oordeelde dat na de afwijzing van de eerste asielaanvraag en het verstrijken van de beroepstermijn, de grondslag voor de grensdetentie had moeten worden gewijzigd. Aangezien eiser geen rechtsmiddel had ingesteld tegen het asielbesluit, was de grensdetentie niet langer rechtsgeldig. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond en beval de opheffing van de maatregel van bewaring met ingang van 21 december 2023. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 1.900,- aan eiser voor de onrechtmatige vrijheidsontneming, en werd verweerder in de proceskosten van eiser veroordeeld tot een bedrag van € 1.674,00.