ECLI:NL:RBDHA:2023:22170
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen afwijzing handhavingsverzoek en verzoek om dwangsom
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 5 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn handhavingsverzoek beoordeeld. Eiser had een handhavingsverzoek ingediend vanwege de openbreking van het trottoir en een deel van het parkeerterrein ter hoogte van [adres] voor de aanleg van bloemperken. Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen vergunning nodig was en volstaan kon worden met een LTC-melding. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard.
Tijdens de zitting op 7 november 2023 heeft eiser zijn bezwaren toegelicht, waaronder een verzoek om een specifieke ambtenaar niet meer bij de zaak te betrekken vanwege vermeende vooringenomenheid. Verweerder heeft echter betwist dat er sprake is van vooringenomenheid en heeft aangegeven dat de interne procedures voldoen aan de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft geen aanwijzingen gevonden voor vooringenomenheid en heeft geoordeeld dat verweerder niet verplicht is om bezwaarschriften voor te leggen aan een adviescommissie.
De rechtbank heeft ook het verzoek van eiser om een dwangsom vast te stellen afgewezen, omdat verweerder tijdig op het bezwaar had beslist en eiser de mogelijkheid had om rechtsmiddelen aan te wenden. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om dwangsom afgewezen. Er zijn geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen.