ECLI:NL:RBDHA:2023:22164
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Algerijnse eiser wegens kennelijk ongegrond verklaarde gronden
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Algerijnse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, die op 19 maart 2023 een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel indiende, werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 29 augustus 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 20 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiser heeft verklaard dat hij in Algerije betrokken was bij een diefstal van geld van een drugsbende en vreest voor detentie en mishandeling bij terugkeer naar Algerije. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat de aangevoerde gronden niet relevant zijn voor de toekenning van asiel. De rechtbank concludeert dat er geen wettelijke verplichting was voor verweerder om een medisch onderzoek aan te bieden, en dat de omstandigheden van eiser niet leiden tot een asielvergunning. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de proceskosten af.