In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 28 november 2023, wordt de zaak behandeld van een eiser die een laattijdige aanvraag voor een Wajong-uitkering heeft ingediend. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft deze aanvraag op 11 april 2022 afgewezen, en het bezwaar van de eiser tegen deze afwijzing is op 29 november 2022 ongegrond verklaard. Eiser heeft beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid en ontoereikend gemotiveerd. Hij stelt dat hij door zijn autisme en ADHD niet over basale werknemersvaardigheden beschikt, wat hem belemmert in het vinden van werk of het volgen van een studie. De rechtbank constateert dat er een tegenstrijdigheid is tussen de conclusies van de primaire verzekeringsarts en de verzekeringsarts b&b, die beiden op basis van dezelfde feiten tot verschillende oordelen komen. De rechtbank oordeelt dat het Uwv het gebrek in het bestreden besluit moet herstellen, en geeft het Uwv een termijn van tien weken om dit te doen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.