ECLI:NL:RBDHA:2023:22151

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
C/09/634341 / FA RK 22-5591
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek omgangsregeling tussen vader en minderjarige na advies bijzondere curator en Raad voor de Kinderbescherming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek van de vader tot vaststelling van een omgangsregeling met zijn minderjarige kind. De rechtbank heeft eerder, op 8 maart 2023, een beslissing over de omgangsregeling aangehouden en een bijzondere curator benoemd, die de situatie van het kind zou onderzoeken. De Raad voor de Kinderbescherming is ook ingeschakeld om advies uit te brengen.

Tijdens de zitting op 29 februari 2024 zijn zowel de vader als de moeder met hun advocaten verschenen, samen met een tolk en vertegenwoordigers van de Raad en de bijzondere curator. De bijzondere curator heeft in zijn verslag aangegeven dat er momenteel geen draagvlak is voor contact tussen het kind en de vader. Het kind ervaart angst bij de gedachte aan zijn vader, mede door traumatische ervaringen die zijn halfzus met de vader heeft meegemaakt. De Raad voor de Kinderbescherming sluit zich aan bij deze bevindingen en adviseert om het verzoek van de vader af te wijzen.

De rechtbank heeft de adviezen van de bijzondere curator en de Raad voor de Kinderbescherming overgenomen en geoordeeld dat het in het belang van het kind is om op dit moment geen omgangsregeling vast te stellen. De vader heeft aangegeven zich neer te leggen bij deze adviezen. Wel is afgesproken dat de vader een video en een brief voor het kind zal opnemen, die de bijzondere curator op een later moment aan het kind kan voorleggen, afhankelijk van zijn behoefte hieraan.

De rechtbank heeft de werkzaamheden van de bijzondere curator in deze procedure als beëindigd beschouwd en het verzoek van de vader tot vaststelling van een omgangsregeling afgewezen. De beschikking is gegeven door kinderrechter mr. L.L. Benink, bijgestaan door griffier mr. P.M.A. van Oosten.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 22-5591
Zaaknummer: C/09/634341
Datum beschikking: 22 maart 2024

Omgang

Beschikking op het op 10 augustus 2022 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende te [woonplaats] , Zweden,
advocaat: mr. H.P. Scheer te Utrecht.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. S. Jurkovich te Amsterdam.

Procedure

Bij beschikking van 8 maart 2023 van deze rechtbank is een beslissing over de omgangsregeling aangehouden, een bijzondere curator benoemd en de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) verzocht een onderzoek te verrichten en daarover aan de rechtbank te rapporteren en te adviseren.
De rechtbank heeft wederom kennisgenomen van de stukken, waaronder nu ook:
  • de brief van 29 maart 2023 van de Raad;
  • het verslag van 6 augustus 2023 van de bijzondere curator;
  • de brief van 31 augustus 2023 van de Raad;
  • het rapport en advies van de Raad van 26 oktober 2023, kenmerk KZ-1-5ORS3CZ;
  • de brief van 21 november 2023 namens de vader;
  • het bericht van 23 november 2023 namens de moeder;
  • de brief van 14 februari 2024 namens de vader.
Op 29 februari 2024 is de behandeling op de zitting voortgezet. Hierbij zijn verschenen: de vader met zijn advocaat, de moeder met haar advocaat, tolk M. Kiers, [naam 1] namens de Raad en de bijzondere curator A. van Teijlingen.
Tijdens de zitting is van de zijde van de moeder een brief van [minderjarige] overgelegd.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft alles dat bij genoemde beschikking is overwogen en beslist.
Aan de rechtbank ligt nu nog voor het verzoek van de vader voor vaststelling van een omgangsregeling tussen hem en [minderjarige] .
Verslag bijzondere curator
Uit het verslag van de bijzondere curator blijkt samengevat dat er op dit moment bij [minderjarige] geen draagvlak bestaat om contact met de vader te hebben. [minderjarige] ervaart veel angst bij de gedachte aan zijn vader. Hij weet dat de moeder erg bang is voor de vader en hij heeft in het dagboek van zijn halfzus [naam 2] gelezen over traumatische gebeurtenissen die zij met de vader heeft meegemaakt. Er zijn zowel bij [minderjarige] als het systeem waarin hij opgroeit contra-indicaties voor het vaststellen van een omgangsregeling.
Raadsrapport
Het raadsrapport sluit aan bij de bevindingen van de bijzondere curator. Samengevat, acht de Raad op dit moment rust voor [minderjarige] van belang en adviseert de Raad de rechtbank om het verzoek van de vader tot vaststelling van een omgangsregeling met [minderjarige] af te wijzen. Isisor heeft ernstige bezwaren tegen een contact met de vader en geeft duidelijk aan rust te willen. De Raad heeft ook als zorg dat het inzetten van hulpverlening en/of forceren van contact met de vader enkel een averechts en negatief effect zal hebben op [minderjarige] .
Overwegingen rechtbank
Tijdens de zitting is gebleken dat de vader de adviezen van de bijzondere curator en de Raad accepteert en dat hij zich hierbij neerlegt. De rechtbank acht het, in lijn met de adviezen van de bijzondere curator en de Raad, ook in het belang van [minderjarige] om op dit moment geen omgangsregeling met de vader vast te stellen. De rechtbank zal het verzoek van de vader dan ook afwijzen.
Op de zitting is besproken dat de vader wel een video zal opnemen en een brief zal schrijven voor [minderjarige] (beiden in het Zweeds) en dat hij deze aan de bijzondere curator zal toesturen. De bijzondere curator zal vervolgens [minderjarige] benaderen om te bekijken of hij op dit moment behoefte heeft om de brief te lezen dan wel de video (samen) te bekijken. Als blijkt dat die behoefte bij [minderjarige] op dit moment niet bestaat, dan zal de bijzondere curator de brief en de video bewaren voor het geval dit op enig moment anders wordt.
Uit de te nemen beslissing volgt dat vertegenwoordiging van [minderjarige] door de bijzondere curator in deze procedure niet meer nodig is. De rechtbank beschouwt de werkzaamheden van de bijzondere curator voor deze procedure als beëindigd.

Beslissing

De rechtbank:
wijst af het verzoek van de vader voor vaststelling van een omgangsregeling met [minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2012 te [geboorteplaats] , Zweden;
beschouwt de werkzaamheden van de bijzondere curator, drs. A. van Teijlingen, voor deze procedure als beëindigd.
Deze beschikking is gegeven door mr. L.L. Benink, kinderrechter, bijgestaan door mr. P.M.A. van Oosten als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 22 maart 2024.