ECLI:NL:RBDHA:2023:22094
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. Biever
- J.R. Froma
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublin-overeenkomst met Kroatië
In deze zaak heeft eiser, een Turkse nationaliteit met Koerdische afkomst, op 4 april 2023 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van het asielverzoek. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft de zaak op 28 september 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
Eiser heeft aangevoerd dat hij in Kroatië niet veilig is en dat er risico's zijn op schending van zijn mensenrechten, met name op basis van artikel 2 van het EVRM. Hij verwijst naar een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waarin werd geoordeeld dat Kroatië tekortschiet in de bescherming van vluchtelingen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de staatssecretaris zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan baseren, omdat er geen systematische tekortkomingen zijn aangetoond in de asielprocedure in Kroatië.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Eiser heeft niet voldoende onderbouwd dat zijn terugkeer naar Kroatië in strijd zou zijn met het verbod op refoulement of dat hij daar niet adequaat beschermd zou worden tegen de gevaren die hij vreest. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding.