ECLI:NL:RBDHA:2023:22065

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
27 maart 2024
Zaaknummer
C/09/647749 / JE RK 23-1031
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming bijzondere curator en aanhouding van verzoek ex artikel 1:250 BW

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 6 december 2023, is het verzoek van de vader om een bijzondere curator te benoemen voor de minderjarige [minderjarige] behandeld. De kinderrechter heeft eerder op 27 juni 2023 een bijzondere curator, mevrouw drs. A. van Teijlingen, benoemd en haar de opdracht gegeven om verslag te doen van haar onderzoek. Op 31 oktober 2023 is het verzoek tot benoeming van de bijzondere curator aangehouden tot 8 december 2023. Mevrouw drs. A. van Teijlingen heeft op 1 december 2023 aangegeven dat zij in staat is om in de week van 4 december 2023 het verslag in te dienen. De kinderrechter heeft besloten om het verzoek tot benoeming van de bijzondere curator pro forma aan te houden tot 12 januari 2024, zodat alle partijen voldoende tijd hebben om het rapport te lezen en hierop te reageren. Dit biedt de mogelijkheid om nieuwe verzoeken in te dienen en te bepalen of een nieuwe zitting nodig is of dat de bijzondere curator ontslag dient te worden verleend. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op dezelfde datum. Belanghebbenden hebben het recht om binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep in te stellen, waarbij dit door een advocaat moet worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/647749 / JE RK 23-1031
Datum uitspraak: 6 december 2023

Beschikking van de kinderrechter

Benoeming bijzondere curator ex artikel 1:250 BW; aanhouding

in de zaak van

[de vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. L.J.W. van Kesteren, te Amsterdam,
betreffende

[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 2] ,

Raad voor de Kinderbescherming,

locatie Den Haag, hierna te noemen de Raad,
De kinderrechter merkt als informant aan:

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, hierna te noemen de gecertificeerde instelling.

Het verdere procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het e-mailbericht van 1 december 2023 van de advocaat van de vader;
- het e-mailbericht van 1 december 2023 van de bijzondere curator, mevrouw drs. A. van Teijlingen.
Voor de feiten wordt verwezen naar de beschikking van 27 juni 2023.

Verzoek

De vader heeft op grond van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) verzocht om (al dan niet ambtshalve) een bijzondere curator te benoemen voor [minderjarige] .

Beoordeling

Bij beschikking van 27 juni 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank een bijzondere curator benoemd, zijnde mevrouw drs. A. van Teijlingen en haar de opdracht gegeven verslag te doen van haar onderzoek. Bij beschikking van 31 oktober 2023 is het verzoek tot benoeming van de bijzondere curator aangehouden tot 8 december 2023.
Mevrouw drs. A. van Teijlingen heeft per e-mailbericht van 1 december 2023 aangegeven dat zij in staat is om in de week van 4 december 2023 het verslag in te dienen. Afhankelijk van de inhoud van het verslag zal worden bepaald of er nog een nieuwe inhoudelijke zitting gepland moet worden, nadat partijen kennis hebben kunnen nemen van het rapport en hun reactie desgewenst aan de rechtbank hebben ingezonden. Dit maakt dat de kinderrechter aanleiding ziet om het verzoek tot benoeming van de bijzondere curator pro forma aan te houden tot 12 januari 2024. Op deze manier hebben alle partijen voldoende tijd om het rapport van de bijzondere curator te lezen en hierop te reageren, desgewenst verzoeken in te dienen en kan na kennisname door de rechtbank bepaald worden of een nieuwe inhoudelijke zitting gepland dient te worden, dan wel aan de bijzondere curator ontslag dient te worden verleend.

Beslissing

De kinderrechter:
houdt het verzoek tot benoeming van de bijzondere curator pro forma aan
tot 12 januari 2024in afwachting van de reacties op het rapport van de bijzondere curator.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2023 door mr. J.C van den Dries, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. B. Boogaarts als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 6 december 2023.
Voor zover in deze beschikking eindbeslissingen staan, kan hoger beroep tegen deze beschikking worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.