Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 28 december 2023 in de zaak tussen
[verzoeker] h.o.d.n. [bedrijfsnaam] , uit [woonplaats] , verzoeker
de burgemeester van Den Haag, verweerder
Inleiding
(hierna: de last). Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Daarbij komt dat deze gedragingen zich niet in [bedrijfsnaam] hebben voorgedaan. De veroordeling van verzoeker wegens mensenhandel dateert van 13 jaar geleden en valt daarmee buiten de beoordelingsperiode van vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag. De meer recente gedragingen die verweerder aan het besluit ten grondslag legt, zijn lichte vergrijpen met betrekking tot medicijn- en tabaksverkoop, die ten tijde van wijzigingen in de desbetreffende wetgeving hebben plaatsgevonden. Verzoeker was hiervan niet op de hoogte. Inhoudelijk gezien is er daarom geen sprake van enig slecht levensgedrag aan zijn kant.
Dat hij het Bibob-formulier onjuist heeft ingevuld, is niet aan hem te wijten. Hij spreekt slecht Nederlands, en iemand anders heeft het formulier voor hem ingevuld. Daarbij komt dat verzoeker niet bekend was dat de boetes als een zogenoemde erkenning worden beschouwd, of überhaupt zien op strafbare feiten.
Conclusie en gevolgen
Verweerder moet het door verzoeker betaalde griffierecht terugbetalen en de door verzoeker gemaakte proceskosten vergoeden. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.674,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1).
Beslissing
28 december 2023.