ECLI:NL:RBDHA:2023:21956

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
SGR 23/2602
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugvordering onverschuldigd bedrag aan kinderbijslag door de Sociale Verzekeringsbank

Op 28 november 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak SGR 23/2602, waarbij eiser, woonachtig in [woonplaats], in beroep ging tegen de beslissing van de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. De zaak betrof een terugvordering van een onverschuldigd bedrag aan kinderbijslag (AKW). Tijdens de mondelinge zitting was de gemachtigde van de verweerder, mr. W. van den Berg, aanwezig. De rechter, mr. N.E.M. de Coninck, heeft de zitting geopend en de zaak inhoudelijk besproken met de partijen. Na het sluiten van het onderzoek heeft de rechter direct uitspraak gedaan. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat de Sociale Verzekeringsbank gerechtigd was om het onverschuldigde bedrag terug te vorderen. Eiser kon niet onderbouwen dat de terugvordering onaanvaardbare financiële gevolgen zou hebben, en er was geen aanleiding voor een kostenvergoeding door de verweerder aan eiser. De rechter heeft de partijen erop gewezen dat zij binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal hoger beroep kunnen instellen bij de Centrale Raad van Beroep, en dat zij in dat geval ook een voorlopige voorziening kunnen aanvragen bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/2602 AKW

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van28 november 2023 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser,

en

de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder,

gemachtigde: mr. W. van den Berg.

Zitting hebben:

- mr. N.E.M. de Coninck, rechter,
- mr. S.R. Veili, griffier.
Ter zitting is verschenen de gemachtigde van verweerder.
De rechter heeft de zitting geopend en de zaak inhoudelijk besproken met partijen. Daarna heeft de rechter het onderzoek gesloten en meteen uitspraak gedaan als volgt.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond omdat verweerder gehouden is een onverschuldigd bedrag aan kinderbijslag terug te vorderen. Het beroep van eiser op de dringende reden slaagt niet, eiser heeft niet onderbouwd dat de terugvordering onaanvaardbare financiële gevolgen zou hebben. Voor een vergoeding van kosten door verweerder aan eiser bestaat geen aanleiding.
De rechter heeft erop gewezen dat binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal hoger beroep tegen de uitspraak kan worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.
Waarvan proces-verbaal.
griffier rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op: