ECLI:NL:RBDHA:2023:21850

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
15 februari 2024
Zaaknummer
C/09/623614 / FA RK 22-130
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering van een beschikking inzake te verrekenen vermogensbestanddelen in een echtscheidingsprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 oktober 2023 een beschikking verbeterd die eerder op 31 mei 2023 was gegeven in het kader van een echtscheiding. De vrouw had verzocht om herstel van de beschikking, omdat volgens haar bepaalde vermogensbestanddelen van de man niet in het dictum waren opgenomen. De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw en de verweren van de man beoordeeld. De vrouw stelde dat de saldi van de bankrekeningen van de man, evenals een bankrekening pensioenkassa bij Credit Suisse en een pand waarin de eenmanszaak van de man is gevestigd, niet correct waren behandeld in de eerdere beschikking. De man voerde aan dat er geen kennelijke fout was gemaakt en dat de rechtbank bewust had gekozen voor een raamwerk voor de verrekening.

De rechtbank oordeelde dat er inderdaad een kennelijke fout was gemaakt met betrekking tot de saldi van de bankrekeningen van de man, die per peildatum moesten worden opgenomen in de te verrekenen vermogensbestanddelen. De rechtbank heeft de beschikking op dit punt verbeterd. Wat betreft de bankrekening pensioenkassa bij Credit Suisse, oordeelde de rechtbank dat deze niet onder de te verrekenen vermogensbestanddelen valt, omdat het gaat om een buitenlandse pensioenrekening die niet onder de Nederlandse wetgeving valt. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het pand van de eenmanszaak al was meegenomen in de eerdere beschikking en dat er geen verzuim was op dat punt.

De rechtbank heeft de beschikking van 31 mei 2023 hersteld door de saldi van de bankrekeningen van de man op te nemen in de te verrekenen vermogensbestanddelen, maar heeft het verzoek om aanvulling op andere punten afgewezen. De verbeterde beschikking is uitgesproken ter openbare zitting op 4 oktober 2023.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 22-130 (echtscheiding) en FA RK 22-6603 (afwikkeling)
Zaaknummer: C/09/623614 (echtscheiding) en C/09/636103 (afwikkeling)
Datum verbetering: 4 oktober 2023

Verbetering van een beschikking

Bijlage bij de beschikking van 31 mei 2023 gegeven op 15 september 2023

in de zaak waarin op 31 mei 2023 een beschikking is gegeven en uitgesproken, op verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende in [woonplaats] , [land] ,
advocaat voorheen: mr. E.K.E. van Herk te Amsterdam,
advocaat daarna: mr. M.R. de Boorder te Amsterdam,
advocaat daarna: mr. D. Liem te Waalre,
advocaat nu: mr. B. du Fossé te Eindhoven.
waarin als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,
wonende in [woonplaats] , [land] ,
advocaat: mr. C.F.L.A. van der Vegt-Boshouwers te Eindhoven.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • de brief van 13 juli 2023 van de vrouw, ingekomen op 14 juli 2023;
  • de brief van 20 juli 2023 van de man.

Verzoek en verweer

In de brief van de vrouw van 13 juli 2023 wordt verzocht om op grond van artikel 31 juncto artikel 32 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de beschikking te herstellen c.q. aan te vullen.
De man heeft verweer gevoerd tegen het verzoek, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Beoordeling

De vrouw stelt dat het door de rechtbank niet opnemen in het dictum van de volgende te verrekenen vermogensbestanddelen aan de zijde van de man een kennelijke fout/omissie is die zich eenvoudig voor herstel leent:
  • de saldi van de op de naam van de man staande bankrekeningen;
  • het saldo van de op de naam van de man staande bankrekening pensioenkassa bij Credit Suisse nummer [nummer] ;
  • het pand waarin de eenmanszaak [bedrijfsnaam] is gevestigd voor zover dit pand niet is geactiveerd op de balans van de [bedrijfsnaam] .
Tussen partijen is het bestaan van deze vermogensbestanddelen per peildatum aan de zijde van de man niet in geschil. Dat blijkt volgens de vrouw ook uit haar brief van 12 januari 2023 aan de rechtbank en de brief van de man van 13 januari 2023 aan de rechtbank met in het bijzonder het overzicht in productie 5.
Volgens de man bestaat geen aanleiding om over te gaan tot afgifte van een herstelbeschikking, nu er geen sprake is van een kennelijke fout/omissie die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank heeft er kennelijk voor gekozen om partijen slechts een raamwerk te bieden om onderling tot verrekening over te kunnen gaan. In het dictum is vervolgens een opsomming gegeven van de vermogensbestanddelen op naam van de vrouw en de man. Gemeenschappelijke bankrekeningen zijn in het geheel niet genoemd in het dictum. Of de door de vrouw genoemde vermogensbestanddelen daarbij zijn vergeten dan wel bewust achterwege zijn gelaten vanwege het raamwerk is niet te herleiden uit de overwegingen van de beschikking. De rechtbank heeft zich ook niet uitgelaten over de bankrekening pensioenkassa bij Credit Suisse, enkel over de pensioenrekening in Nederland. Nu de rekening in Zwitserland een pensioenrekening betreft, kan niet volstaan worden met de stelling dat deze op naam stond van de man en dus verrekend moet worden, omdat pensioen op een andere wijze moet worden behandeld. Ook is er geen reden om apart te beslissen over het bedrijfspand. De rechtbank heeft al een oordeel gegeven over de onderneming van de man.
Op grond van artikel 32 lid 1 Rv vult de rechter te allen tijde op verzoek van een partij een beschikking aan indien hij heeft verzuimd te beslissen over een onderdeel van het verzochte.
De rechtbank zal hierna elk door de vrouw genoemd onderdeel apart beoordelen.
Saldi van de bankrekeningen van de man
Met de vrouw is de rechtbank van oordeel dat de rechter heeft verzuimd te beslissen op dit punt, in die zin dat de saldi van de bankrekeningen op naam van de man hadden moeten worden opgenomen bij de te verrekenen vermogensbestanddelen per peildatum aan de zijde van de man. Zoals op de zitting besproken en ook uit de door de vrouw aangehaalde stukken van 12 en 13 januari 2023 blijkt, is tussen partijen niet in geschil dat de saldi van de bankrekeningen op naam van de man per peildatum behoren tot de vermogensbestanddelen aan de zijde van de man. De rechtbank zal op dit punt de beschikking aanvullen zoals verzocht.
Bankrekening pensioenkassa Credit Suisse van de man
De rechtbank overweegt dat in de beschikking met betrekking tot het pensioen het verzoek van de vrouw om voor recht te verklaren dat overeenkomstig artikel 14 lid 2 van de huwelijkse voorwaarden het door de man tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen alsmede het ten behoeve van de vrouw opgebouwde partnerpensioen worden geconverteerd in een eigen pensioenaanspraak van de vrouw ex artikel 5 van de Wet Verevening Pensioenrechter bij Scheiding (WVPS), met veroordeling van de man om mee te werken aan het ondertekenen van het pensioenformulier om te komen tot deze conversie, is toegewezen.
Het door de man opgebouwde pensioen op zijn bankrekening pensioenkassa bij Credit Suisse kan niet tussen partijen worden verevend op grond van de WVPS, omdat dit geen betrekking heeft op in Nederland opgebouwd pensioen. Partijen hebben in hun huwelijkse voorwaarden opgenomen dat de WVPS van toepassing is, mits binnen zes maanden na de echtscheiding door de vereveningsgerechtigde aanspraak wordt gemaakt op conversie. Dat heeft de vrouw gedaan. Hoewel de rechtbank het bankrekeningnummer van de pensioenkassa van de man bij Credit Suisse ( [nummer] ) in de beschikking niet specifiek heeft genoemd, neemt dat niet weg dat het door de man opgebouwde (buitenlandse) ouderdomspensioen tussen partijen moet worden verevend, omdat partijen in de huwelijkse voorwaarden hebben opgenomen dat ook op buitenlands pensioen de WVPS van toepassing is. Omdat deze bankrekening betrekking heeft op het pensioen, moet deze bankrekening naar het oordeel van de rechtbank niet worden opgenomen bij te verrekenen vermogensbestanddelen aan de zijde van de man. Op dit punt heeft de rechtbank dus niet verzuimd te beslissen.
Pand eenmanszaak [bedrijfsnaam]
De rechtbank heeft in de beschikking geoordeeld dat de onderneming van de man, [bedrijfsnaam] , tot zijn te verrekenen vermogen per peildatum valt. Dat omvat de passiva en de activa van de eenmanszaak. De vrouw verzoekt de beschikking aan te vullen in die zin dat de rechtbank bepaalt dat ook het pand waarin de eenmanszaak [bedrijfsnaam] is gevestigd, voor zover dit pand niet is geactiveerd op de balans van [bedrijfsnaam] , wordt opgenomen onder te verrekenen vermogensbestanddelen per peildatum aan de zijde van de man. De rechtbank begrijpt uit de stukken en uit hetgeen op de zitting is besproken, dat de man heeft aangegeven dat het bedrijfspand in de onderneming zit en dat dat ook op de balans staat. Nu de rechtbank al heeft beslist dat de onderneming van de man (de passiva en activa van de eenmanszaak [bedrijfsnaam] , dus inclusief het bedrijfspand) tot het per peildatum te verrekenen vermogen van de man behoort, heeft de rechtbank niet verzuimd om op dit punt te beslissen.
Conclusie
Nu gebleken is dat de beschikking van 31 mei 2023 een kennelijke, ook voor partijen kenbare en voor eenvoudig herstel vatbare fout bevat op het punt van de saldi per peildatum van de op naam van de man staande bankrekeningen, dient die beschikking op grond van artikel 31 Rv op dat punt te worden verbeterd zoals hierna weergegeven. Voor het overige zal de rechtbank het verzoek om aanvulling van de beschikking afwijzen.

Beslissing

De rechtbank:
verbetert voormelde beschikking van 31 mei 2023 in die zin dat:
- in de overweging in de beschikking op pagina 9 onder het kopje
‘Te verrekenen vermogen aan de zijde van de man’de vierde zin wordt vervangen door: Onder het te verrekenen vermogen van de man vallen dan ook al zijn vermogensbestanddelen per peildatum, waaronder de saldi van de op naam van de man staande bankrekeningen alsook alle schilderijen en auto’s die op zijn naam staan.
- het dictum komt te luiden:
De rechtbank:
bepaalt ten aanzien van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden – onder voorwaarde van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand – dat:
- ten aanzien van het te verrekenen vermogen in het kader van de finale verrekening rekening moet worden gehouden met:
- aan de zijde van de vrouw:
- een bedrag van ontvangen dividenduitkeringen van in totaal € 1.150.000,-;
- aan de zijde van de man:
- de saldi per peildatum van de op naam van de man staande bankrekeningen;
- schilderijen op naam van de man;
- auto’s op naam van de man;
- de (nog te taxeren) waarde van de onderneming van de man [bedrijfsnaam] ;
waarbij op het totaal van het te verrekenen vermogen aan de zijde van de man een bedrag van € 120.000,- aan ontvangen erfenis in mindering zal worden gebracht;
handhaaft de beschikking van 31 mei 2023 voor het overige.
De beschikking van 31 mei 2023 is hersteld door mr. L. Koper, rechter, bijgestaan door mr. R.P. Bas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 4 oktober 2023.