ECLI:NL:RBDHA:2023:21791

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
9 februari 2024
Zaaknummer
NL23.16877
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid als specialiteitenkok Chinese keuken

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA) als specialiteitenkok in de Chinese keuken. De aanvraag werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op basis van twijfels over de kwalificaties van eiser, die voortkwamen uit verklaringen tijdens een interview op het consulaat in Guangzhou. De rechtbank behandelt de afwijzing van de aanvraag, die oorspronkelijk was goedgekeurd op basis van een positief arbeidsmarktadvies van het UWV, maar later werd ingetrokken na nieuwe informatie over de betrouwbaarheid van het koksboekje dat eiser had overgelegd.

De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris terecht heeft afgeweken van de bestendige gedragslijn, die voorheen toestond dat een koksboekje voldoende was voor een positief advies. De rechtbank oordeelt dat de nieuwe informatie van de Nederlandse ambassade in Beijing, die aangaf dat koksboekjes vaak vervalst zijn, een legitieme reden was om de aanvraag opnieuw te beoordelen. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat hij voldoet aan de vereisten voor de vergunning, zoals vastgelegd in de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2014 (RuWav).

De rechtbank wijst het beroep van eiser af, waardoor hij geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 november 2023.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23. l 6877
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [V nummer] , eiser (gemachtigde: mr. V.L. van Wieringen),

en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. M. Gündogdu (namens de staatssecretaris) en mr. A. Verwijs (namens het UWV)

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de aanvraag van eiser.
1.1.
De staatssecretaris heeft deze aanvraag met het besluit van 29 maart 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 12 mei 2023 op het bezwaar van eiser is de staatssecretaris bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
2. De rechtbank heeft het beroep op 16 oktober 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben de gemachtigden van de staatssecretaris en het UWV deelgenomen.

Beoordeling door de rechtbank

Wat aan het bestreden besluit voorafging
3. Op 6 oktober 2021 heeft [referent] B.V. (referent) ten behoeve van eiser een aanvraag voor een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA) voor het verblijfsdoel 'Arbeid in loondienst als specialiteitenkok Chinese keuken' ingediend. Eiser heeft bij zijn aanvraag, ter onderbouwing van zijn werkervaring als specialiteitenkok,
een Occupational Qualification Certificate (OQC/koksboekje) 'Fourth LeveVIntermediate Skilled Worker'(het certificaat) overgelegd. Verweerder heeft het UWV verzocht te beoordelen of eiser aan de vereiste kwalificaties voldoet om bij referent arbeid te verrichten. Het UWV heeft op
5januari 2022 een positief arbeidsmarktadvies uitgebracht voor de periode van 2 februari 2022 tot 2 februari 2024. In navolging van dit advies heeft
verweerder referent in een besluit van 6 januari 2022 bericht dat aan eiser een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor de gevraagde verblijfsvergunning wordt verleend.
4. Door verklaringen van eiser afgelegd tijdens een interview van 8 februari 2022 op het consulaat-generaal in Guangzhou, China, dat voorafgaat aan de afgifte van een mvv, ontstond er bij de Nederlandse vertegenwoordiging twijfel over hoe eiser het certificaat heeft behaald, gelet op de voorwaarden die daarvoor gelden. Bovendien had eiser geen bewijsstukken van gestelde relevante werkzaamheden overgelegd. De Nederlandse vertegenwoordiging heeft haar twijfel uitgesproken in bevindingen van 16 januari 2022 en het UWV opnieuw om advies verzocht. Op 28 maart 2022 heeft het UWV het positieve marktadvies van
5januari 2022 ingetrokken en een negatief advies uitgebracht. In navolging van dit advies heeft verweerder in het besluit van 29 maart 2022 (het primaire besluit) het besluit van 6 januari 2022 ingetrokken en de aanvraag om een GVVA afgewezen.
Het bestreden besluit
5. In het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar op basis van een nieuw advies van het UWV van 10 mei 2023 ongegrond verklaard. Evenals in het primaire besluit stelt verweerder dat eiser op basis van zijn verklaringen tijdens het interview van 8 februari 2022 niet aan de voorwaarden voldoet van paragraaf 19a van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2014 (RuWav) en artikel 3 en paragraaf8 van de RuWav. Met de door eiser overgelegde getuigschriften heeft eiser zijn gestelde kwalificaties voor de functie van specialiteitenkok in de Chinese keuken niet aannemelijk gemaakt, nu de daarin vermelde data van de werkperioden en de werkervaring niet overeenkomen met eisers verklaringen tijdens het interview op 8 februari 2022. Met betrekking tot het door eiser overgelegde koksboekje, verwijst het UWV naar ambtelijk verkregen informatie van de Immigration Liaison Officer (ILO) van het Nederlandse consulaat te Guangzhou, waaruit blijkt dat de betrouwbaarheid van het zogenaamde Occupational Skill Testing Authority­ systeem (OSTA-systeem) te wensen overlaat, omdat het de ILO bij herhaling is gebleken dat daarin ook vervalste en gekochte koksboekjes zijn opgenomen.
Beroepsgrond: afwijking van bestendige gedragslijn
6. Eiser voert aan dat een koksboekje normaliter voldoende is om een positief arbeidsmarktadvies te krijgen van het UWV. Door hiervan afte wijken handelt verweerder in strijd met zijn bestendige gedragslijn.
7. Ter zitting heeft de gemachtigde van het UWV uitgelegd dat het tot 2022 gangbaar was om op basis van een koksboekje een positief arbeidsmarktadvies af te geven. Echter nadat het UWV in januari 2022 informatie van de Nederlandse ambassade te Beijing had ontvangen dat koksboekjes bij verschillende opleidingsinstituten gekocht kunnen worden zonder dat die opleidingsinstituten daar een opleiding of examen aan verbinden, heeft men besloten niet alleen af te gaan op het certificaat maar beter te onderzoeken of aan de voorwaarden wordt voldaan.
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder met de ter zitting gegeven toelichting voldoende gemotiveerd waarom op basis van de in januari 2022 verkregen informatie van de Nederlandse ambassade in Beijing is besloten de bestendige gedragslijn te verlaten en per geval te onderzoeken of aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. Gelet hierop slaagt de beroepsgrond van eiser niet.
Beroepsgrond: niet voldaan aan de vergewisplicht
9. Eiser voert aan dat het advies van het UWV van 10 mei 2023 betreffende het certificaat mede gebaseerd is op een advies van een ander bestuursorgaan, de ILO. Dit
10.
advies is niet bijgevoegd zodat niet duidelijk is wat de inhoud van het advies is en of dat advies inzichtelijk, concludent en op een zorgvuldige wijze tot stand gekomen is. Daarmee is niet voldaan aan de vereisten die aan een deskundigenadvies worden gesteld als een advies aan een besluit ten grondslag wordt gelegd.
11. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) moet verweerder, als hij een deskundigenadvies aan zijn besluitvorming ten grondslag legt, zich er op grond van artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb) van vergewissen dat het deskundigenadvies -naar wijze van totstandkoming - zorgvuldig - en naar inhoud - inzichtelijk en concludent is. Als dat het geval is, kan de uitkomst van een deskundigenbericht alleen met succes worden bestreden als er concrete aanknopingspunten zijn voor twijfel aan de juistheid of de volledigheid van het deskundigenadvies worden aangevoerd, bijvoorbeeld door middel van een contraexpertise.
12. De rechtbank stelt vast dat het bestreden besluit is gebaseerd op twee negatieve arbeidsmarktadviezen van het UWV van 28 maart 2022 en 10 mei 2023. Daarnaast is in het UWV-advies van 10 mei 2023 verwezen naar door het UWV ambtelijk verkregen informatie van het ILO. Als bijlage bij het verweerschrift heeft verweerder de bron van deze informatie, een brief van het Hoofd Visum- en Reisdocumentenbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van 22 november 2022, overgelegd. De rechtbank is van oordeel dat zowel de twee adviezen van het UWV als de informatie van de ILO aangemerkt moeten worden als deskundigenadviezen en dat verweerder met het overleggen van de brief van 22 november 2022 heeft voldaan aan zijn vergewisplicht.
13. In de door eiser overgelegde getuigenverklaringen van Restaurant [restaurant] in Venezuela en [hotel] Hotel in [plaats] , die niet zijn vergezeld door een beëdigde vertaling, heeft verweerder terecht geen concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid van de UWV-adviezen gezien. Het UWV heeft daarbij terecht gewezen op de omstandigheid dat de data van de werkperioden in de getuigschriften niet overeenkomen met die welke eiser in zijn antwoorden op het Consulaat-Generaal te Guangzhou heeft genoemd. Terwijl eiser heeft verklaard dat hij in 2008 in een supermarkt werkzaam was, blijkt uit het getuigschrift van Restaurant [restaurant] dat eiser daar vanaf 2 december 2008 tot 15 oktober 2011 als chef, dus reeds op 17-jarige leeftijd zonder enige kokservaring, gewerkt zou hebben. Eiser heeft geen enkele verklaring gegeven voor deze inconsistentie ondanks dat hij hiertoe in de gelegenheid gesteld is na de hoorzitting en heeft deze ook niet betwist. De beroepsgrond slaagt niet.
Beroepsgrond: met certificaat en twee getuigenschriften voldaan aan voorwaarden
14. Eiser voert aan dat hij met het overgelegde certificaat voldoende heeft aangetoond dat hij aan de voorwaarden van specialiteitenkok voldoet. Daarnaast verwijst eiser naar de getuigenverklaringen van restaurants waar hij heeft gewerkt.
15. Op grond van paragraaf 19a van de RuWav wordt een verblijfsvergunning voor het verblijfsdoel 'Arbeid in loondienst als specialiteitenkok Chinese keuken' verleend als is voldaan aan de voorwaarden die zijn overeengekomen in het convenant Aziatische Horeca, dat is opgesteld door de Vereniging Chinese-Aziatische Horeca Ondernemers (VCHO). Op basis van informatie van de VCHO gelden in China de volgende voorwaarden om een certificaat niveau 4 te krijgen:
16.
de vreemdeling heeft na het behalen van het koksdiploma (i.e. koksboekje) niveau
5,minstens 3 jaar het beroep uitgeoefend, heeft de officiële beroepsopleiding middelniveau kok van 3 jaar doorlopen én heeft het vereiste aantal uren bereikt en heeft de opleiding voltooid met een diploma, en/of
de vreemdeling heeft na het behalen van het koksdiploma (i.e. koksboekje) niveau
5,minstens
5jaar het beroep uitgeoefend, en/of
de vreemdeling heeft 7 jaar of meer het beroep uitgeoefend en/of
de vreemdeling is in het bezit van diploma's die zijn afgegeven door de beroepsonderwijsinstellingen, die erkend zijn door OSTA).
17. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op basis van de twee adviezen van het UWV terecht op het standpunt gesteld dat eiser niet heeft aangetoond aan de voorwaarden te voldoen voor een verblijfsvergunning met als doel arbeid in loondienst als specialiteitenkok Chinese keuken. In beide adviezen heeft het UWV belang mogen toekennen aan eisers eigen verklaringen tijdens het interview op 8 februari 2022. Tijdens het interview heeft eiser verklaard:
dat hij in 2008 naar Venezuela is gereisd en daar tot 2010 in een supermarkt heeft gewerkt;
dat hij van 2010 tot 2013 heeft gewerkt bij een Chinees restaurant in Venezuela, maar dit niet kan onderbouwen;
hij van 2014 tot 2017 heeft gewerkt bij [bedrijf] , namelijk onderhoudswerkzaamheden en als bezorger;
dat hij van 2017 tot november 2021 heeft gewerkt als kok bij een Chinees restaurant in het [hotel] Hotel in [plaats] , maar dit niet kan onderbouwen; en
dat hij het koksboekje al na twee maanden training aan de [school] heeft ontvangen.
18. Op basis van die verklaringen heeft het UWV mogen concluderen dat eiser niet kan voldoen aan de voormelde voorwaarden om een certificaat niveau 4 te krijgen en dat er daarom en op grond van de informatie van de ILO gerede twijfel is aan de rechtmatige verkrijging van het koksboekje door eiser. Daarbij heeft verweerder er in dit verband terecht op gewezen dat een koksboekje op niveau 4 niet gelijkgesteld kan worden met (het bezit van) een diploma, afgegeven door een beroepsonderwijsinstelling erkend door OSTA. Uit het koksboekje blijkt immers niet dat eiser de officiële beroepsopleiding heeft doorlopen aan een erkende beroepsonderwijsinstelling. Zoals vermeld in overweging 12 leiden de twee door eiser overgelegde getuigenverklaringen niet tot een ander oordeel.
19. Om die reden heeft het UWV terecht gesteld dat eiser niet met objectieve bewijzen heeft aangetoond dat hij beschikt over de benodigde kwalificaties voor de functie van specialiteitenkok in de Chinese keuken en dat hij daarom niet voldoet aan de voorwaarden voor vergunningverlening op grond van paragraaf 19a van de RuWav.

Conclusie en gevolgen

20. Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.
21.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, rechter, in aanwezigheid van drs. S.S. Mazaheri, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
15 november 2023

Documentcode: [Documentcode]

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.