Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Poolse eiser, opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel was gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser had tegen het besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding werd aangemerkt. De staatssecretaris heeft de maatregel van bewaring op 8 februari 2023 opgeheven, waardoor de rechtbank zich moest beperken tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode waarin de maatregel van bewaring van kracht was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser, na zijn gedwongen uitzetting naar Polen op 15 augustus 2022, Nederland fysiek had verlaten, maar niet daadwerkelijk en effectief zijn verblijf in Nederland had beëindigd. Eiser was op 24 januari 2023 opnieuw in Nederland aangetroffen, wat erop wijst dat hij geen serieuze inspanningen heeft geleverd om zijn verblijf in Polen te bestendigen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had aangenomen dat eiser niet aan de voorwaarden voldeed om in aanmerking te komen voor schadevergoeding, omdat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Tevens werd bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.