ECLI:NL:RBDHA:2023:21761
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Congolese vluchteling met betrekking tot vluchtelingenstatus in Zuid-Afrika
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 december 2023 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, afkomstig uit de Democratische Republiek Congo (DRC), een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag was eerder afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, maar het beroep van eiser was gegrond verklaard op 18 februari 2022. Echter, bij een nieuw besluit op 12 juli 2023 werd de aanvraag opnieuw afgewezen, wat leidde tot het huidige beroep.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser, geboren in 1975 en afkomstig uit Katanga, DRC, in het verleden asiel heeft aangevraagd in Zuid-Afrika, maar geen bewijs heeft geleverd van een vluchtelingenstatus daar. Eiser heeft zijn documenten niet verlengd en heeft meer dan 20 jaar illegaal in Zuid-Afrika gewoond. De rechtbank oordeelt dat de vrees van eiser voor vervolging in de DRC niet aannemelijk is gemaakt, vooral gezien de politieke veranderingen in het land en het feit dat de autoriteiten van het regime Mobutu niet meer aan de macht zijn.
De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor asiel en dat er geen reëel risico is op ernstige schade bij terugkeer naar de DRC. De beroepsgronden van eiser worden verworpen en de rechtbank verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, en is openbaar gemaakt op 6 februari 2024.