Uitspraak
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen hoger beroep of verzet open.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Jordaanse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser had op 31 augustus 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 8 september 2023 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 17 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in eerdere procedures geen nieuwe relevante elementen of bevindingen had aangevoerd die zijn aanvraag konden onderbouwen.
Eiser heeft echter een afbeelding van een oproepbevel en andere documenten overgelegd die volgens hem relevant zijn voor zijn asielaanvraag. De rechtbank oordeelt dat verweerder ten onrechte de aanvraag niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat er wel degelijk nieuwe elementen zijn die de kans op internationale bescherming kunnen vergroten. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens worden de proceskosten van eiser vergoed.
De rechtbank concludeert dat de aanvraag ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard en dat de verweerder niet aan zijn samenwerkingsplicht heeft voldaan. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van nieuwe documenten in asielprocedures.