ECLI:NL:RBDHA:2023:21685
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. D.J. Keiman. Verzoekster had in beroep gegaan tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op haar aanvraag. Na een beslissing van de verweerder op 10 augustus 2023 heeft verzoekster haar beroep ingetrokken, maar verzocht de rechtbank om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder niet heeft gereageerd op het verzoek om proceskostenvergoeding, wat wordt geïnterpreteerd als geen bezwaar tegen de vergoeding. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 209,25, rekening houdend met de aard van de zaak, die als zeer eenvoudig en van licht gewicht werd beschouwd. Daarnaast moet de verweerder ook het griffierecht aan verzoekster betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt en de rechtbank heeft de beslissing genomen zonder dat partijen zijn uitgenodigd voor een zitting, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).