Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
Documentcode: [documentcode]
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding van de verzoeker, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel had ingediend. De verzoeker had op 17 juni 2022 een aanvraag ingediend, maar verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, had niet tijdig op deze aanvraag beslist. De verzoeker heeft verweerder op 12 oktober 2023 in gebreke gesteld en heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen. Na ontvangst van een uitnodiging voor de start van de algemene asielprocedure heeft de verzoeker het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft overwogen dat, omdat er nog geen besluit op de aanvraag is genomen, niet kan worden geconcludeerd dat verweerder geheel of gedeeltelijk aan het beroep van verzoeker is tegemoetgekomen. De rechtbank heeft daarbij artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in aanmerking genomen, dat bepaalt dat de rechtbank kan veroordelen in de proceskosten als het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift tegemoetkomt. Aangezien dit in dit geval niet aan de orde is, heeft de rechtbank het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van D.A.M. Delger, griffier, en is openbaar uitgesproken. De verzoeker heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.