ECLI:NL:RBDHA:2023:21676

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
29 januari 2024
Zaaknummer
NL23.34532
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om proceskostenvergoeding in asielprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding van de verzoeker, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel had ingediend. De verzoeker had op 17 juni 2022 een aanvraag ingediend, maar verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, had niet tijdig op deze aanvraag beslist. De verzoeker heeft verweerder op 12 oktober 2023 in gebreke gesteld en heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen. Na ontvangst van een uitnodiging voor de start van de algemene asielprocedure heeft de verzoeker het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.

De rechtbank heeft overwogen dat, omdat er nog geen besluit op de aanvraag is genomen, niet kan worden geconcludeerd dat verweerder geheel of gedeeltelijk aan het beroep van verzoeker is tegemoetgekomen. De rechtbank heeft daarbij artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in aanmerking genomen, dat bepaalt dat de rechtbank kan veroordelen in de proceskosten als het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift tegemoetkomt. Aangezien dit in dit geval niet aan de orde is, heeft de rechtbank het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van D.A.M. Delger, griffier, en is openbaar uitgesproken. De verzoeker heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.34532
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. I. Petkovski), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om vergoeding van zijn proceskosten. Verweerder heeft gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten (artikel 8:75 en 8:75a van de Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)).
3. Verweerder heeft aangegeven niet bereid te zijn om de proceskosten van verzoeker te vergoeden.
4. Verzoeker heeft op 17 juni 2022 een aanvraag ingediend voor verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Verzoeker heeft verweerder op 12 oktober 2023 in gebreke gesteld. Verzoeker heeft meer dan twee weken na de ingebrekestelling beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag. Volgens verzoeker heeft hij van verweerder bij brief van 2 november 2023 een uitnodiging voor de start van de algemene asielprocedure gekregen. Verzoeker heeft daarna het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ingetrokken en daarbij verzocht om verweerder te veroordelen in de proceskosten.
5. De rechtbank oordeelt als volgt. Met zijn beroep beoogde verzoeker te bereiken dat verweerder een besluit op zijn aanvraag zou nemen. Daarvan is op dit moment (nog) geen sprake. Daarom kan niet worden geconcludeerd dat verweerder geheel of gedeeltelijk aan het beroep van verzoeker is tegemoetkomen. De situatie als beschreven in artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb doet zich niet voor. Om die reden zal de rechtbank verweerder niet veroordelen in de proceskosten van verzoeker.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van
D.A.M. Delger, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
15 december 2023

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden
.