ECLI:NL:RBDHA:2023:21633

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 oktober 2023
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
C/09/639598 / FA RK 22-8487
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding met nevenvoorzieningen en zorgregeling voor minderjarige kinderen

In deze beschikking heeft de Rechtbank Den Haag op 16 oktober 2023 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die op 6 juni 2009 in Duitsland zijn gehuwd. De vrouw heeft verzocht om echtscheiding met nevenvoorzieningen, waaronder de vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen en kinderalimentatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat beide partijen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen bij de vrouw bepaald, aangezien zij de hoofdverzorger is geweest. De ouders hebben tijdens de zitting overeenstemming bereikt over de zorgregeling, waarbij de kinderen in de echtelijke woning blijven en de ouders elkaar afwisselen. De rechtbank heeft ook de kinderalimentatie vastgesteld op € 600,- per maand, te betalen door de man aan de vrouw. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten zijn gecompenseerd. De rechtbank heeft de overige verzoeken van partijen afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 22-8487 (echtscheiding)
FA RK 23-4425 ((afwikkeling huwelijksvermogensregime)
Zaaknummer: C/09/639598 (echtscheiding)
C/09/649480 (afwikkeling huwelijksvermogensregime)
Datum beschikking: 16 oktober 2023

Echtscheiding met nevenvoorzieningen

Beschikking op het op 8 december 2022 ingekomen verzoek van:

[vrouw] ,

de vrouw,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. G.A. Nandoe Tewarie te Leiden, voorheen mr. Y.M. Bérénos.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[man] ,

de man,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. S.C. Meijler te ’s-Gravenhage.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- het bericht van 21 december 2022, met bijlage, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 10 januari 2023, met bijlage, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 11 januari 2023, met bijlage, van de zijde van de vrouw;
- het verweerschrift;
- het bericht van 1 februari 2023, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het aanvullende verzoekschrift;
- het verweerschrift op de aanvullende verzoeken;
- het zelfstandige verzoekschrift;
- het bericht van 11 mei 2023, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 31 mei 2023, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 15 juni 2023, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het bericht van 11 juli 2023, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 30 augustus 2023 van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 15 september 2023, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het bericht van 15 september 2023, met als bijlage een aanvulling van de verzoeken en een verzoek tot voorlopige voorzieningen, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 18 september 2023, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 19 september 2023, met bijlagen, van de zijde van de vrouw.
Op 26 september 2023 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vrouw met haar advocaat, de man met zijn advocaat en een tolk Y. Saris en [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).

Feiten

- Partijen zijn met elkaar gehuwd onder het maken van huwelijkse voorwaarden op 6 juni 2009 te Leonberg, Duitsland.
- Zij zijn samen de ouders van de volgende minderjarige kinderen:
- [kind 1] , geboren op [geboortedag 1] 2012 te [geboorteplaats] ;
- [kind 2] , geboren op [geboortedag 2] 2014 te [geboorteplaats] ;
- [kind 3] , geboren op [geboortedag 2] 2014 te [geboorteplaats] .
- De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
- De man heeft de Duitse nationaliteit en de vrouw heeft de Nederlandse nationaliteit.

Verzoek en verweer

In de bodemprocedure:
Het verzoek zoals dat na wijziging en aanvulling luidt, strekt tot echtscheiding, met nevenvoorzieningen tot:
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw;
- vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken over de kinderen, in die zin dat
- de kinderen in oneven weken bij de vrouw zijn en in de even weken bij de man, waarbij er op maandagochtend 10:30 uur wordt gewisseld;
- de vakanties en feestdagen worden verdeeld zoals weergegeven in punt 5 van het aanvullende verzoekschrift;
- vaststelling van kinderalimentatie van € 1.200,- per maand in totaal, bij vooruitbetaling te voldoen;
- veroordeling van de man om ex artikel 843a van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) binnen veertien dagen na de beschikking de vrouw inzage in en afschrift van de navolgende bescheiden te geven: alle gegevens ten aanzien van al zijn vermogensbestanddelen, waaronder de vermogensbestanddelen zoals beschreven in de bijlage van de huwelijkse voorwaarden, van alle ABN AMRO rekeningen, alle bankafschriften over het jaar 2022 en 2023 (alle stortingen en onttrekkingen), alle bankafschriften van Sparda, Comdirect, en Kapitaal op Maat over het jaar 2022 en 2023 (alle stortingen en onttrekkingen), alsmede de aangiften (ook definitieve aangiften) inkomstenbelasting over de jaren 2018-2022 in Nederland en Duitsland, en de stortingen en onttrekkingen aan de pensioenen van de man (onder andere AXA, Kapitaal op Maat, Heidelberger Leben en MLP) in 2022, een en ander op straffe van een dwangsom van
€ 500,- per dag voor elke dag of gedeelte van de dag dat de man hier geheel of gedeeltelijk niet aan voldoet;
- benoeming van een deskundige die een bindend oordeel geeft over de waarde van de echtelijke woning aan de [adres 1] te Rijnsburg;
- bepaling dat de echtelijke woning wordt toegedeeld aan de vrouw tegen de door de benoemde deskundige bepaalde waarde, onder de verplichting van de vrouw om de helft van de overwaarde van de woning aan de man te betalen en de op de woning rustende hypothecaire lening voor haar rekening te nemen dan wel (gedeeltelijk) af te lossen;
- bepaling dat de in deze te geven beschikking de voor eigendomsoverdracht van de woning noodzakelijke wilsverklaring van de man zal vervangen dan wel te bepalen dat de in deze te geven beschikking in de plaats komt van en eventuele ontbrekende toestemming of wilsverklaring van de man;
- de man te veroordelen binnen veertien dagen na de in deze te geven beschikking tot beschrijving van het vermogen over te gaan conform artikel 9 lid 2 van de huwelijkse voorwaarden en de man te veroordelen binnen veertien dagen na de in deze te geven beschikking alle gegevens in het geding brengen ten aanzien van al zijn vermogensbestanddelen, waaronder de vermogensbestanddelen zoals beschreven in de bijlage van de huwelijkse voorwaarden van 3 juni 2009, alsmede zijn definitieve aangiften inkomensbelasting over de jaren 2018-2022, zijn aandelen en de vermogensbestanddelen die hij tijdens het huwelijk heeft verkregen, een en ander op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag voor welke dag of gedeelte van de dag dat de man hieraan geheel of gedeeltelijk niet aan voldoet;
- dat de voormalige echtelijke woning staande en gelegen aan de [adres 1] te [plaats 1] aan de vrouw wordt toebedeeld en zij het exclusief gebruik tot zes maanden na inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand toegewezen krijgt;
- voor recht te verklaren (conform art.9 lid 6) dat het privévermogen van de vrouw, bestaande uit de twee (voorhuwelijkse) appartementen te [land] aan de [adres 2] [plaats 2] en de waardevermeerdering daarvan tot het niet te verrekenen stamvermogen behoren;
- voor recht te verklaren dat de vrouw een nader, op basis van de beleggingsleer, te bepalen vergoedingsrecht voor haar investering in de echtelijke woning ter waarde van €141.095,- heeft;
- voor recht te verklaren dat de schenkingen en erfenis van de vader van de vrouw niet tot het te verrekenen stamvermogen behoren althans de verdeling in goede justitie te bepalen;
- bepaling dat op grond van artikel 2, 3, 4 en 9 van de huwelijkse voorwaarden de vermeerdering van het vermogen van partijen tijdens het huwelijk, te berekenen door van de waarde van het eindvermogen de waarde van het stamvermogen af te trekken, per 7 december 2022 wordt gedeeld;
- bepaling dat het saldo op de gezamenlijke rekening met nummer
[bankrekening] wordt verdeeld, waarbij ieder de helft van de waarde krijgt toebedeeld en de rekening daarna wordt opgeheven;
- de gezamenlijke inboedel te verdelen conform de nog door de vrouw in het geding te brengen inboedellijst;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Bij wijze van voorlopige voorziening:
- te bepalen dat de vrouw gedurende de procedure het exclusief gebruik van de voormalige echtelijke woning met inboedel en bijgebouwen aan de [adres 1] te [plaats 1] toegewezen krijgt.
De man voert verweer, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
Bovendien heeft de man, zelfstandig verzocht tot:
- vaststelling van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden conform een nader door de man in te dienen voorstel, zodra de aanvullende verzoeken en informatie van de man en de vrouw beschikbaar zijn;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad en met proceskostenveroordeling.
Tijdens de zitting heeft de vrouw het verzoek tot het bepalen van voorlopige voorzieningen ingetrokken. Daarnaast hebben partijen over en weer de verzoeken die zien op het huwelijks vermogensregime ingetrokken, waaronder ook het verzoek van de vrouw in het kader van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en het verzoek met betrekking op het voortgezet gebruik van de echtelijke woning.

Beoordeling

Aan de wettelijke formaliteiten is voldaan.
Echtscheiding
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu beide echtgenoten hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, komt de Nederlandse rechter met betrekking tot het verzoek tot echtscheiding rechtsmacht toe. De rechtbank zal krachtens artikel 10:56, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding toepassen.
Ontvankelijkheid
De ouders hebben geen ouderschapsplan overgelegd zoals omschreven in artikel 815 tweede lid Rv. In de wet is voorgeschreven dat een ouderschapsplan een processuele eis is bij een verzoek tot echtscheiding. Daarom heeft de rechtbank de bevoegdheid om het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren, tenzij er redenen zijn om aan te nemen dat het ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden overgelegd (artikel 815, zesde lid, Rv).
De rechtbank is van oordeel dat de ouders voldoende hebben gemotiveerd dat het gedurende de procedure redelijkerwijs niet mogelijk is gebleken een door hen beiden getekend ouderschapsplan over te leggen. Op de zitting hebben de ouders afspraken gemaakt over de zorgregeling en de kinderalimentatie. Omdat de rechtbank in deze beschikking zal beslissen op het nog voorliggende geschilpunt met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de kinderen zal zij voorbijgaan aan het vereiste van artikel 815, tweede lid, Rv en de vrouw ontvangen in haar verzoek tot echtscheiding met nevenvoorzieningen.
Inhoudelijk
De vrouw heeft gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De man heeft dit niet betwist, zodat het verzoek tot echtscheiding als op de wet gegrond kan worden toegewezen.
Hoofdverblijfplaats
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op het verzoek tot vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen.
Inhoudelijk
De vrouw heeft verzocht de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij haar te bepalen. Zij stelt daartoe dat zij altijd de hoofdverzorger is geweest en met de kinderen in de echtelijke woning wil blijven wonen.
De man heeft daar verweer tegen gevoerd, in die zin dat hij heeft voorgesteld dat de hoofdverblijfplaats zal zijn bij de ouder die de echtelijke woning overneemt.
De rechtbank zal de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw bepalen. De vrouw heeft aangevoerd dat zij tijdens het huwelijk de praktische zaken rond de kinderen heeft geregeld en dat ook nog steeds doet. De man heeft dit onvoldoende weersproken. De rechtbank acht het in het belang van de kinderen dat de vrouw dit kan voortzetten en zal derhalve het verzoek van de vrouw toewijzen. Het verzoek van de man hieromtrent zal als gevolg daarvan worden afgewezen.
Zorgregeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op het verzoek tot vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken.
Inhoudelijk
Tijdens de zitting hebben partijen overeenstemming bereikt over de zorgregeling. Partijen zullen de birdnesting-regeling voortzetten, waarbij de kinderen in de echtelijke woning blijven en de ouders elkaar iedere week afwisselen. De ouders zullen gezamenlijk, tijdelijk, een woning huren, waar de op dat moment niet-verzorgende ouder kan verblijven. Het wisselmoment zal plaatsvinden op maandagochtend nadat de kinderen naar school zijn gebracht, te weten tussen 08:30 uur en 09:30 uur. De man heeft tijdens de zitting aangegeven dat hij voor de duur van 6 maanden akkoord kan gaan met dit wisselmoment, hoewel zijn voorkeur eigenlijk ligt bij een wisselmoment op zondagavond. Partijen zullen de woning schoon achter laten voor de ander, in die zin dat in ieder geval het beddengoed is afgehaald en de keuken is schoongemaakt. Partijen zullen
nietbij elkaar binnenkomen wanneer de andere ouder met de kinderen in de echtelijke woning verblijft.
De rechtbank zal deze overeenstemming opnemen in het dictum van deze beschikking, met uitzondering van de toezegging van de man voor een periode van 6 maanden. Indien het wisselmoment na 6 maanden volgens de ouders op een ander moment plaats dient te vinden, is het aan hen om hierover gezamenlijk afspraken te maken..
Zoals reeds uit het dossier is gebleken, is de man akkoord gegaan met de door de vrouw voorgestelde vakantieregeling onder randnummer 5 van het aanvullende verzoekschrift. De rechtbank zal overeenkomstig beslissen en deze vakantieregeling aanhechten aan de beschikking.
Kinderalimentatie
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft met betrekking tot het echtscheidingsverzoek, heeft hij tevens rechtsmacht met betrekking tot het verzoek tot vaststelling van een kinderalimentatie. Op het verzoek tot vaststelling van een kinderalimentatie zal de rechtbank, op grond van artikel 3 van het Protocol van 23 november 2007 inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen, Nederlands recht toepassen.
Inhoudelijk
Partijen zijn tijdens de zitting overeengekomen dat de man aan de vrouw een bedrag van in totaal € 600,- per maand zal betalen, met ingang van de datum dat partijen een tijdelijke woning voor de uitvoering van de birdnesting-regeling hebben gehuurd. De rechtbank zal overeenkomstig beslissen. De vrouw zal van deze kinderalimentatie alle verblijfsoverstijgende kosten voor de kinderen betalen, met uitzondering van de kosten voor de kinderoppas, welke kosten van de gezamenlijke rekening betaald zullen worden. Partijen zijn tevens overeengekomen dat wanneer de man in zijn week met de kinderen kosten maakt die voor rekening dienen te komen van de vrouw, hij eerst wacht op schriftelijke bevestiging van de vrouw, alvorens hij deze kosten maakt.
Overige afspraken
Partijen hebben tijdens de zitting, naast de kinderen gerelateerde zaken, ook andere afspraken gemaakt. De rechtbank zal deze afspraken hierna opnemen in het lichaam van deze beschikking, nu deze zich niet lenen voor opname in het dictum.
Gezamenlijke rekening
Partijen hebben afgesproken dat zij beiden maandelijks € 1.500,-, te weten € 3.000,- in totaal, zullen overmaken naar de gezamenlijke rekening. Daarnaast zullen de opbrengsten van de Airbnb op deze rekening worden gestort. Van deze gezamenlijke rekening zullen de kosten voor de kinderoppas, de kosten voor de gezamenlijk te huren woning en de echtelijke woning worden voldaan. Onder deze kosten vallen de vaste lasten, de eigenaarslasten en de gebruikerslasten.
Echtelijke woning en de afwikkeling van het huwelijksvermogensregime
Partijen zijn overeengekomen dat zij de woning zullen laten taxeren op 29 september 2023 om 14:00 uur door Geurts Makelaars te Rijnsburg. Na ontvangst van het taxatierapport zullen partijen gedurende twee maanden in de gelegenheid worden gesteld te bekijken of zij de echtelijke woning kunnen overnemen.
Binnen twee maanden na de ontvangst van het taxatierapport zullen partijen een bindend adviseur benaderen die bindend advies zal geven over de afwikkeling van het huwelijksvermogensregime van partijen. Deze afspraak is in lijn met artikel 17 van de huwelijkse voorwaarden van partijen, waarin een geschillenregeling is opgenomen, die luidt: “
Indien partijen omtrent de uitleg en uitvoering van de in deze overeenkomst vervatte bepalingen, niet tot overeenstemming komen, zal een voor partijen bindend advies gegeven worden door een onafhankelijk deskundige. (…)”.
Daarnaast zal de bindend adviseur ook gevraagd worden een niet-bindend advies te geven over wie de echtelijke woning toegedeeld zal krijgen.
Proceskosten
Nu het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, ziet de rechtbank hierin aanleiding de proceskosten te compenseren als na te melden.

Beslissing

De rechtbank:
spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd op 6 juni 2009 te Leonberg, Duitsland;
bepaalt dat de minderjarigen:
- [kind 1], geboren op [geboortedag 1] 2012 te [geboorteplaats];
- [kind 2] , geboren op [geboortedag 2] 2014 te [geboorteplaats];
- [kind 3] , geboren op [geboortedag 2] 2014 te [geboorteplaats];
de hoofdverblijfplaats zullen hebben bij de vrouw,
bepaalt dat de volgende zorgregeling zal gelden inhoudende dat de kinderen in de ene week met de vrouw in de echtelijke woning zullen verblijven en in de andere week met de man, waarbij het wisselmoment zal plaatsvinden op maandagochtend tussen 08:30 uur en 09:30 uur;
bepaalt dat de vakanties en feestdagen worden verdeeld zoals vermeld onder randnummer 5 van het aanvullende verzoekschrift van 13 februari 2023, waarvan een kopie aan deze beschikking is gehecht en daarvan ook onderdeel uitmaakt;
bepaalt dat de man aan de vrouw, met ingang van de datum dat partijen een tijdelijke woning hebben gehuurd, een kinderalimentatie zal betalen ten behoeve van de kinderen (bij co-ouderschap eventueel:
medeverzorgt en opvoedt) van € 600,- per maand in totaal, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten betaalt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.S.F. de Nijs, L.L. Benink en E.E. Kraan, (kinder)rechters, bijgestaan door mr. V.K.M. Hanssen als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 16 oktober 2023.