Verzoek en verweer
In de bodemprocedure:
Het verzoek zoals dat na wijziging en aanvulling luidt, strekt tot echtscheiding, met nevenvoorzieningen tot:
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw;
- vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken over de kinderen, in die zin dat
- de kinderen in oneven weken bij de vrouw zijn en in de even weken bij de man, waarbij er op maandagochtend 10:30 uur wordt gewisseld;
- de vakanties en feestdagen worden verdeeld zoals weergegeven in punt 5 van het aanvullende verzoekschrift;
- vaststelling van kinderalimentatie van € 1.200,- per maand in totaal, bij vooruitbetaling te voldoen;
- veroordeling van de man om ex artikel 843a van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) binnen veertien dagen na de beschikking de vrouw inzage in en afschrift van de navolgende bescheiden te geven: alle gegevens ten aanzien van al zijn vermogensbestanddelen, waaronder de vermogensbestanddelen zoals beschreven in de bijlage van de huwelijkse voorwaarden, van alle ABN AMRO rekeningen, alle bankafschriften over het jaar 2022 en 2023 (alle stortingen en onttrekkingen), alle bankafschriften van Sparda, Comdirect, en Kapitaal op Maat over het jaar 2022 en 2023 (alle stortingen en onttrekkingen), alsmede de aangiften (ook definitieve aangiften) inkomstenbelasting over de jaren 2018-2022 in Nederland en Duitsland, en de stortingen en onttrekkingen aan de pensioenen van de man (onder andere AXA, Kapitaal op Maat, Heidelberger Leben en MLP) in 2022, een en ander op straffe van een dwangsom van
€ 500,- per dag voor elke dag of gedeelte van de dag dat de man hier geheel of gedeeltelijk niet aan voldoet;
- benoeming van een deskundige die een bindend oordeel geeft over de waarde van de echtelijke woning aan de [adres 1] te Rijnsburg;
- bepaling dat de echtelijke woning wordt toegedeeld aan de vrouw tegen de door de benoemde deskundige bepaalde waarde, onder de verplichting van de vrouw om de helft van de overwaarde van de woning aan de man te betalen en de op de woning rustende hypothecaire lening voor haar rekening te nemen dan wel (gedeeltelijk) af te lossen;
- bepaling dat de in deze te geven beschikking de voor eigendomsoverdracht van de woning noodzakelijke wilsverklaring van de man zal vervangen dan wel te bepalen dat de in deze te geven beschikking in de plaats komt van en eventuele ontbrekende toestemming of wilsverklaring van de man;
- de man te veroordelen binnen veertien dagen na de in deze te geven beschikking tot beschrijving van het vermogen over te gaan conform artikel 9 lid 2 van de huwelijkse voorwaarden en de man te veroordelen binnen veertien dagen na de in deze te geven beschikking alle gegevens in het geding brengen ten aanzien van al zijn vermogensbestanddelen, waaronder de vermogensbestanddelen zoals beschreven in de bijlage van de huwelijkse voorwaarden van 3 juni 2009, alsmede zijn definitieve aangiften inkomensbelasting over de jaren 2018-2022, zijn aandelen en de vermogensbestanddelen die hij tijdens het huwelijk heeft verkregen, een en ander op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag voor welke dag of gedeelte van de dag dat de man hieraan geheel of gedeeltelijk niet aan voldoet;
- dat de voormalige echtelijke woning staande en gelegen aan de [adres 1] te [plaats 1] aan de vrouw wordt toebedeeld en zij het exclusief gebruik tot zes maanden na inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand toegewezen krijgt;
- voor recht te verklaren (conform art.9 lid 6) dat het privévermogen van de vrouw, bestaande uit de twee (voorhuwelijkse) appartementen te [land] aan de [adres 2] [plaats 2] en de waardevermeerdering daarvan tot het niet te verrekenen stamvermogen behoren;
- voor recht te verklaren dat de vrouw een nader, op basis van de beleggingsleer, te bepalen vergoedingsrecht voor haar investering in de echtelijke woning ter waarde van €141.095,- heeft;
- voor recht te verklaren dat de schenkingen en erfenis van de vader van de vrouw niet tot het te verrekenen stamvermogen behoren althans de verdeling in goede justitie te bepalen;
- bepaling dat op grond van artikel 2, 3, 4 en 9 van de huwelijkse voorwaarden de vermeerdering van het vermogen van partijen tijdens het huwelijk, te berekenen door van de waarde van het eindvermogen de waarde van het stamvermogen af te trekken, per 7 december 2022 wordt gedeeld;
- bepaling dat het saldo op de gezamenlijke rekening met nummer
[bankrekening] wordt verdeeld, waarbij ieder de helft van de waarde krijgt toebedeeld en de rekening daarna wordt opgeheven;
- de gezamenlijke inboedel te verdelen conform de nog door de vrouw in het geding te brengen inboedellijst;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Bij wijze van voorlopige voorziening:
- te bepalen dat de vrouw gedurende de procedure het exclusief gebruik van de voormalige echtelijke woning met inboedel en bijgebouwen aan de [adres 1] te [plaats 1] toegewezen krijgt.
De man voert verweer, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
Bovendien heeft de man, zelfstandig verzocht tot:
- vaststelling van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden conform een nader door de man in te dienen voorstel, zodra de aanvullende verzoeken en informatie van de man en de vrouw beschikbaar zijn;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad en met proceskostenveroordeling.
Tijdens de zitting heeft de vrouw het verzoek tot het bepalen van voorlopige voorzieningen ingetrokken. Daarnaast hebben partijen over en weer de verzoeken die zien op het huwelijks vermogensregime ingetrokken, waaronder ook het verzoek van de vrouw in het kader van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en het verzoek met betrekking op het voortgezet gebruik van de echtelijke woning.