ECLI:NL:RBDHA:2023:21626
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regeling
In de zaak met zaaknummer NL23.35196 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 december 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.H. Bokhorst, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Maas, niet in behandeling genomen, omdat de Bondsrepubliek Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 28 november 2023, maar de verzoeker was niet aanwezig. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL23.35195, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die zaak op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in deze zaak verviel.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 december 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.