In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 28 augustus 2023 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw. De vrouw werd verzocht om inzage te geven in verschillende bankrekeningen en stukken met betrekking tot haar schulden over een bepaalde periode. Aangezien de vrouw hieraan niet heeft voldaan, heeft de rechtbank bepaald dat de schulden volledig voor haar rekening komen. De man had eerder verzocht om de volledige draagplicht van de schulden aan de vrouw toe te kennen, en de rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, met uitzondering van enkele schulden die voor de helft door beide partijen moeten worden gedragen.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vrouw geen stappen heeft ondernomen om de vakantiewoning en het stuk grond in het buitenland aan haar toe te delen, en dat zij geen inzage heeft gegeven in het eigendomsbewijs van deze woning. Hierdoor heeft de rechtbank bepaald dat de vrouw aan de man een bedrag van € 25.000,- moet betalen uit hoofde van overbedeling. Daarnaast heeft de rechtbank de proceskosten gecompenseerd, gezien de aard van de procedure. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.