Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Besluitvorming
2. De problemen van zijn vader in Irak.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, van Iraakse nationaliteit, heeft asiel aangevraagd vanwege de politieke activiteiten van zijn vader, die in Denemarken asiel heeft verkregen. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen, stellende dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij persoonlijk te vrezen heeft voor vervolging. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris niet zorgvuldig heeft onderzocht en niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom eiser niet als vluchteling kan worden aangemerkt. De rechtbank wijst erop dat in dreigberichten aan de vader van eiser ook het gezin wordt genoemd, wat de vrees voor vervolging van eiser zelf aannemelijk maakt.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de asielstatus van de gezinsleden van eiser in Denemarken en dat er onvoldoende bewijs is geleverd dat familieleden van activisten in Irak geen gevaar lopen. De rechtbank vernietigt het besluit van de staatssecretaris en draagt deze op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak. Tevens wordt een dwangsom opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiser krijgt ook een vergoeding van zijn proceskosten, die door de staatssecretaris moet worden betaald.