ECLI:NL:RBDHA:2023:21362

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
18 januari 2024
Zaaknummer
C/09/657872 / KG ZA 23/1043
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een kort geding naar een andere rechtbank op basis van artikel 46b Wet op de rechterlijke organisatie

In deze zaak, die op 5 december 2023 door de Rechtbank Den Haag werd behandeld, heeft eiser een kort geding aangespannen. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. Loonstein, heeft een aanvraag ingediend op basis van artikel 254, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De zaak betreft een geschil met de stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland en meerdere gedaagden, waarvan gedaagde sub 2 werkzaam is bij de rechtbank zelf.

De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat, ingevolge artikel 46b van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, de rechtbank de bevoegdheid heeft om een zaak ter verdere behandeling te verwijzen naar een andere rechtbank. Dit is het geval wanneer de betrokkenheid van de rechtbank de behandeling van de zaak door een andere rechtbank wenselijk maakt. Gezien de omstandigheden, en de betrokkenheid van gedaagde sub 2 bij de rechtbank, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het in het belang van een onpartijdige behandeling is om de zaak te verwijzen naar de rechtbank Rotterdam.

De beslissing van de voorzieningenrechter was om de zaak in de stand waarin deze zich bevond, te verwijzen naar de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 5 december 2023, door mr. M. Dam.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel - voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: C/09/657872 / KG ZA 23/1043
in kort geding van 5 december 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. H. Loonstein,
tegen

1.de stichting JEUGDBESCHERMING WEST ZUID-HOLLAND

gevestigd te Den Haag,

2. [gedaagde sub 2]

wonende te [woonplaats 2] ,

3. [gedaagde sub 3]

wonende te [woonplaats 3] ,

4. [gedaagde sub 4]

wonende te [woonplaats 3] ,
gedaagden.

1.Het procesverloop

Eiser heeft een aanvraag als bedoeld in artikel 254, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) ingediend.

2.De overwegingen

2.1.
Ingevolge artikel 46b van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO) kan de rechtbank een zaak ter verdere behandeling verwijzen naar een andere rechtbank, indien naar haar oordeel door betrokkenheid van de rechtbank behandeling van die zaak door een andere rechtbank gewenst is.
2.2.
Gebleken is dat gedaagde sub 2, [gedaagde sub 2] , werkzaam is bij deze rechtbank. Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat behandeling van deze zaak door een andere rechtbank, te weten rechtbank Rotterdam, gewenst is. Daarom zal worden beslist als na te melden.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt naar de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Dam en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023.