ECLI:NL:RBDHA:2023:21350
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. Kraefft
- R.M. Vaalburg
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvragen en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening met betrekking tot Kroatië
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, worden de beroepen van twee eisers tegen het niet in behandeling nemen van hun asielaanvragen beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvragen op 20 november 2023 niet in behandeling genomen, omdat Kroatië als verantwoordelijk land werd aangemerkt. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. S. Thelosen, hebben verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 5 december 2023 zijn de eisers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde en een tolk, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. T.J.M. Schilder.
De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, omdat de eisers hebben aangevoerd dat zij in Kroatië zijn blootgesteld aan onmenselijke behandeling en pushbacks. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de asielaanvragen niet in behandeling zijn genomen, gezien de omstandigheden in Kroatië. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die het interstatelijk vertrouwensbeginsel in twijfel trekken, en concludeert dat de staatssecretaris nieuwe besluiten moet nemen, rekening houdend met de uitspraak.
De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken nieuwe besluiten te nemen. Tevens worden de proceskosten van de eisers vergoed, vastgesteld op € 2.511,-. De verzoeken om een voorlopige voorziening worden afgewezen, omdat de beroepen gegrond zijn verklaard.