ECLI:NL:RBDHA:2023:21296
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een opvolgende asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn asielaanvraag en zijn verzoek om een voorlopige voorziening beoordeeld. Eiser, van Guinese nationaliteit, had eerder een asielaanvraag ingediend die was afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de opvolgende asielaanvraag van eiser terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de deskundigenverklaring van Bureau Documenten aan het bestreden besluit ten grondslag kunnen leggen. Eiser heeft nieuwe documenten overgelegd, maar deze zijn niet relevant voor de beoordeling van zijn asielaanvraag. De rechtbank concludeert dat de nieuwe overgelegde documenten, samen met de verklaringen van eiser, de kans dat hij in aanmerking komt voor internationale bescherming niet aanzienlijk vergroten. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, omdat de rechtbank op het beroep beslist. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak is gedaan door mr. Y. Moussaoui, in aanwezigheid van mr. J.A.E. Delhaes, griffier.