ECLI:NL:RBDHA:2023:21264
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Armeense eiser wegens ongeloofwaardigheid van het asielrelaas en Armenië als veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juli 2023 uitspraak gedaan in het beroep van een Armeense eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, geboren in 1985, heeft een gewapend conflict meegemaakt in Armenië en is na verschillende bedreigingen en mishandelingen door de KGB naar Nederland gevlucht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag van de eiser op 31 mei 2023 door de verweerder als kennelijk ongegrond is afgewezen, met een opgelegd inreisverbod. De rechtbank heeft het beroep van de eiser behandeld, maar de eiser en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting. De rechtbank heeft de verklaringen van de eiser als ongeloofwaardig beoordeeld, met name omdat hij zich pas op 21 februari 2023 bij de Nederlandse autoriteiten heeft gemeld, terwijl hij op 30 december 2022 in Nederland was aangekomen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd ter ondersteuning van zijn asielrelaas en dat Armenië als veilig land van herkomst kan worden beschouwd, met uitzondering van bepaalde groepen zoals LHBTI's. De rechtbank heeft de asielaanvraag van de eiser ongegrond verklaard en het bestreden besluit in stand gelaten, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.