ECLI:NL:RBDHA:2023:21263

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 juli 2023
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
NL23.11758
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, van Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 11 april 2023 was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 13 juni 2023 is het verzoek behandeld, maar de verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak NLNL23.11757, waarin op het beroep is beslist, er geen noodzaak meer is voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, in aanwezigheid van griffier mr. D.W. Van Dijk, en is openbaar gemaakt op 7 juli 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.11758
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. C. Ohrtmann).

Procesverloop

Bij besluit van 11 april 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NLNL23.11757, op 13 juni 2023 op zitting behandeld. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet ter zitting verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoeker stelt van Marokkaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1974.
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NLNL23.11757, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. D.W. Van Dijk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
07 juli 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.