ECLI:NL:RBDHA:2023:21260
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van studievergunning en rechtmatigheid van terugkeerbesluit in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen een terugkeerbesluit beoordeeld. Eiser, die in het bezit was van een verblijfsvergunning voor studie, had deze vergunning ingetrokken gekregen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat hij gestopt was met zijn studie. Eiser had op 7 februari 2023 een terugkeerbesluit ontvangen, dat hij aanvecht. De rechtbank behandelt de zaak op 19 december 2023, maar eiser en zijn gemachtigde zijn niet aanwezig. De staatssecretaris stelt dat het terugkeerbesluit rechtmatig is, omdat eiser op dat moment in Nederland zou zijn geweest, wat eiser betwist. Eiser heeft inmiddels zijn verblijfplaats naar Portugal verplaatst en stelt dat het terugkeerbesluit onrechtmatig is, omdat hij niet in Nederland was op het moment van de beslissing.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht het terugkeerbesluit heeft opgelegd, omdat er geen informatie was dat eiser Nederland had verlaten. De rechtbank verwijst naar de relevante wetgeving en rechtspraak die stelt dat de rechtmatigheid van een terugkeerbesluit beoordeeld moet worden op basis van de feiten die op dat moment bekend waren. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris verplicht was om het terugkeerbesluit te registreren in het Schengen Informatie Systeem (SIS). Uiteindelijk wordt het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat het terugkeerbesluit en de signalering in het SIS blijven bestaan. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.