Uitspraak
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties, ingekomen op 12 april 2023;
- het verweerschrift, met producties;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 november 2023 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen [verzoeker] en Rijnvicus B.V. Het geschil betreft de aansprakelijkheid van Rijnvicus voor een arbeidsongeval dat plaatsvond op 31 december 2021, waarbij [verzoeker] ten val kwam en letsel opliep. [verzoeker] stelde Rijnvicus aansprakelijk op grond van artikel 7:658 BW, stellende dat de werkgever zijn zorgplicht niet was nagekomen. De kantonrechter oordeelde dat het ongeval te wijten was aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden en dat Rijnvicus niet gehouden was specifieke instructies te geven of maatregelen te nemen, aangezien de werkplek voldeed aan de redelijke eisen en de situatie niet als risicovol was aangemerkt in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). De kantonrechter concludeerde dat de werkgever niet aansprakelijk was voor de schade van [verzoeker] en wees het verzoek tot aansprakelijkheid af. Tevens werden de kosten van het deelgeschil begroot op € 2.990,00, maar Rijnvicus werd niet veroordeeld tot betaling daarvan, omdat haar aansprakelijkheid niet was komen vast te staan.