ECLI:NL:RBDHA:2023:21206
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 december 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielverzoek. Dit besluit was genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 1 december 2023. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 19 december 2023 behandeld, waarbij zowel verzoeker als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL23.37863, behandeld. In de uitspraak van die zaak is besloten dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, wat de voorzieningenrechter leidde tot de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening in deze zaak.
De voorzieningenrechter, mr. P.J.M. Mol, heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 21 december 2023 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.