ECLI:NL:RBDHA:2023:21133
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechters in strafzaak
Op 29 december 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag het wrakingsverzoek van verzoeker afgewezen. Verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.J. de Vries, was het niet eens met de beslissing van de rechtbank om twee getuigen niet te horen in een lopende strafzaak. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechtbank de schijn van vooringenomenheid wekte door de onderzoekswensen van verzoeker te negeren. De rechters hebben echter aangegeven dat het horen van de getuigen geen relevante bijdrage zou leveren aan de zaak, aangezien de verkeerswethouder niet kon verklaren over de specifieke gebeurtenissen tussen de verdachte en de fietser op 10 maart 2023.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden op basis van objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid, en dat een procesbeslissing op zich geen grond voor wraking kan zijn. De rechtbank benadrukte dat verzoeker concrete omstandigheden moet aanvoeren die wijzen op partijdigheid, wat in dit geval niet is gebeurd. De beslissing om het wrakingsverzoek ongegrond te verklaren, houdt in dat de strafzaak in de hoofdzaak voortgezet zal worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.
De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.