ECLI:NL:RBDHA:2023:21117
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en zicht op uitzetting van Algerijnse vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 november 2023 uitspraak gedaan in een procedure over de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.C. van Ossenbruggen-Theodoulou, had beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel van bewaring die op 29 juli 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 20 november 2023, waarbij de eiser zich liet vertegenwoordigen door mr. S.A.M. Fikken als waarnemer voor zijn gemachtigde.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek in een eerdere zaak. De eiser voerde aan dat er geen zicht op uitzetting naar Marokko bestond, omdat de Marokkaanse autoriteiten de nationaliteit van eiser niet konden bevestigen. Dit zou betekenen dat er geen laissez-passer afgegeven zou worden. De verweerder, de Staatssecretaris, stelde echter dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden, omdat er een nieuwe consulaire vertegenwoordiger voor de Algerijnse autoriteiten was aangetreden en dat er recentelijk een laissez-passer was afgegeven voor een andere Algerijnse vreemdeling.
De rechtbank concludeert dat er voldoende aanknopingspunten zijn om aan te nemen dat er zicht op uitzetting naar Algerije bestaat, gezien de omstandigheden waaronder de laissez-passer is afgegeven. De rechtbank oordeelt dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig is en verklaart het beroep ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 22 november 2023 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.