In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen de herziening en terugvordering van zijn Tozo2-uitkering beoordeeld. Eiser had een Tozo2-uitkering aangevraagd vanwege een daling van zijn inkomsten uit zijn tabakswinkel door de coronapandemie. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft de uitkering over de periode van 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020 herzien en een bedrag van € 4.229,41 teruggevorderd. Eiser heeft echter geen inkomensinformatie overgelegd, waardoor het recht op de uitkering niet kon worden vastgesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet heeft gereageerd op verzoeken van het college om informatie te verstrekken over zijn inkomsten. Ondanks dat eiser in bezwaar heeft gesteld dat hij geen inkomsten had, heeft hij dit niet met bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft besloten tot herziening en terugvordering van de uitkering, omdat eiser zijn inlichtingenverplichting niet is nagekomen. De rechtbank wijst erop dat eiser voldoende tijd heeft gehad om de gevraagde informatie te verstrekken en dat de procedures van het college niet onduidelijk waren.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de inlichtingenverplichting bij het aanvragen van sociale uitkeringen.