ECLI:NL:RBDHA:2023:21095
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag en vaststelling bestuurlijke dwangsommen
In deze zaak heeft eiser op 20 september 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag, geregistreerd onder nummer NL22.18839. Op 3 november 2022 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, alsnog een inwilligend besluit genomen op de aanvraag. Eiser heeft op 1 december 2022 opnieuw beroep ingesteld tegen dit besluit, geregistreerd onder nummer NL22.24619. Eiser verzocht de rechtbank om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen en verweerder te veroordelen in de proceskosten. Verweerder heeft echter niet op dit verzoek gereageerd.
De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In een eerdere uitspraak van 6 juni 2023 heeft de rechtbank zich al uitgelaten over de vaststelling van de bestuurlijke dwangsom en de veroordeling van verweerder in de proceskosten. Eiser heeft het onderhavige beroep niet ingetrokken, maar heeft geen procesbelang meer bij het beroep, aangezien zijn eerdere verzoek al is ingewilligd. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, in aanwezigheid van N. Khalloufi, griffier, en is op 22 augustus 2023 openbaar gemaakt.