In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2023 uitspraak gedaan over de omgangsregeling tussen een vader en zijn twee minderjarige kinderen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de omgang met de vader moet worden opgeschort vanwege aanhoudende veiligheidsrisico's voor de kinderen. Eerder, op 15 juni 2023, was het contact tussen de vader en de kinderen voorlopig stopgezet, omdat er ernstige zorgen bestonden over het gedrag van de vader, die zich dreigend had geuit naar de moeder en jeugdbeschermers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader nog niet heeft gewerkt aan zijn emotieregulatie, wat een vereiste is voor het hervatten van de omgang. De rechtbank heeft de veiligheid van de kinderen als hoogste prioriteit gesteld en geconcludeerd dat de omgang met de vader een ernstig nadeel oplevert voor hun geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de kinderen momenteel op een geheime locatie verblijven, wat de noodzaak van de opschorting van de omgang verder onderstreept. De rechtbank heeft de vader aangespoord om samen te werken met de gecertificeerde instelling en zich open te stellen voor hulpverlening, met het doel om in de toekomst contactherstel mogelijk te maken.