Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.ALLIANZ BENELUX N.V.te Rotterdam,
2.
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.te Apeldoorn,
N.V. UNIVE SCHADEte Assen,
1.De procedure
- het verzoekschrift inzake deelgeschil letselschade (artikel 1019w Rv) jegens Allianz, ingekomen op 4 juli 2023, met producties 1 tot en met 10;
- het verzoekschrift inzake deelgeschil letselschade (artikel 1019w Rv) jegens Allianz, Univé en Achmea, ingekomen op 25 juli 2023, met producties 1 tot en met 10;
- het verweerschrift van Univé van 2 oktober 2023, met één productie;
- het verweerschrift van Achmea van 2 oktober 2023, met producties 1 tot en met 10;
- het bericht van [verzoeker] van 3 oktober 2023, met producties 11 tot en met 18;
- het aanvullend verzoekschrift inzake deelgeschil letselschade (artikel 1019w Rv), ingekomen op de griffie van deze rechtbank op 4 oktober 2023;
- het verweerschrift van Allianz, ingekomen op de griffie van deze rechtbank op 5 oktober 2023, met producties 1 tot en met 26;
- het bericht van [verzoeker] van 11 oktober 2023, met producties 19 tot en met 21.
2.De feiten
het eerste ongeval), 29 mei 2020 (
het tweede ongeval) en 21 januari 2023 (
het derde ongeval).
WAM) en de Schade Verzekering Inzittenden (
SVI).
(…). Ik ben niet arbeidsongeschikt geweest en heb geen lessen over hoeven geven aan een vervanger. Als ik mij niet goed voelde heb ik indien noodzakelijk wat lessen omgezet naar een ander tijdstip. Ik heb hierdoor misschien alleen wat inkomsten misgelopen.”
tweede ongeval. Bij dit ongeval is een verzekerde van Univé met zijn auto achterop de auto van [verzoeker] gereden, terwijl [verzoeker] rijles gaf.
Van cliënt begreep ik dat hij ten tijde van het ongeval een schadeverzekering voor inzittende had (hierna te noemen: “SVI”). Nu dat na meer dan een jaar de aansprakelijkheid voor het ontstaan van het ongeval niet erkend is door de verzekeraar van de wederpartij (Allianz) en het feit dat cliënt sinds 29 april 2019 aanzienlijke schade lijdt, doet cliënt een beroep op zijn SVI.
op basis van de afgesloten SVI” en bevestigt dat de verdere correspondentie via dat dossier zal lopen.
derde ongeval. Aan het einde van de afslag van de [wegnummer] richting [plaats 2] is een verzekerde van Achmea achterop zijn auto gereden.
Toedracht’ aangekruist “
botste op de achterzijde, in dezelfde richting en op dezelfde rijstrook rijdend’. [verzoeker] heeft opgeschreven dat de achterkant van zijn auto beschadigd is. De verzekerde van Achmea heeft opgeschreven dat [verzoeker] stil stond, dat hij niet weet met welke snelheid hij zelf reed en dat hij denkt dat hij zelf aansprakelijk is.
3.Het geschil
4.De beoordeling
(Deze bepaling was tot 1 juli 2012 opgenomen in Bedrijfsregeling 15)
Indien een schuldloze door twee of meer verkeersongevallen letsel heeft opgelopen en op voorhand niet direct is vast te stellen welk letsel is toe te rekenen aan de te onderscheiden ongevallen, is het de betrokken W.A. verzekeraars niet toegestaan voor de regeling van (een deel) van de schade naar elkaar te verwijzen.
Zodra één van de betrokken verzekeraars kennis krijgt van voornoemde meervoudige veroorzaking, ontstaat de verplichting voor deze om in overleg met de andere verzekeraar(s) te treden teneinde overeenstemming te verkrijgen over het feit wie als regelend verzekeraar zal optreden. Als dit overleg niet binnen een maand na het eerste contact tussen de betrokken verzekeraars heeft geleid tot een overeenstemming, zal de verzekeraar van de veroorzaker van het eerste ongeval optreden als regelend verzekeraar.