ECLI:NL:RBDHA:2023:20919

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 oktober 2023
Publicatiedatum
4 januari 2024
Zaaknummer
NL23.31046
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling na intrekken besluit in asielzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker had een asielaanvraag ingediend, die door de Staatssecretaris op 25 september 2023 niet-ontvankelijk was verklaard, omdat Mauritanië als veilig derde land werd beschouwd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld. Op 12 oktober 2023 heeft de Staatssecretaris het bestreden besluit ingetrokken, waarna de verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en een verzoek heeft ingediend om vergoeding van de kosten van rechtsbijstand.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat de verzoeker het beroep heeft ingetrokken nadat de Staatssecretaris het bestreden besluit had ingetrokken, wat betekent dat de Staatssecretaris tegemoet is gekomen aan de verzoeker. Dit biedt aanleiding om de Staatssecretaris te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten die de verzoeker heeft gemaakt voor het indienen van het beroep.

De rechtbank heeft de kosten vastgesteld op € 837,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, en heeft de Staatssecretaris veroordeeld in deze kosten. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier L.M. Janssens - Kleijn, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.31046
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. A. Khalaf),

en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. H. Toonders).

Procesverloop

In het besluit van 25 september 2023 (bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard, omdat Mauritanië voor eiser als veilig derde land kan worden beschouwd.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
In het besluit van 12 oktober 2023 heeft verweerder het bestreden besluit ingetrokken.
Naar aanleiding hiervan heeft verzoeker het beroep ingetrokken en een apart verzoek ingediend om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Verweerder heeft zich hiertegen niet verzet.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling.
2. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
3. De rechtbank overweegt dat verzoeker het beroep heeft ingetrokken. Dit heeft verzoeker gedaan nadat verweerder het bestreden besluit had ingetrokken. In zoverre is
verweerder tegemoet gekomen aan het beroep van verzoeker. Hierin ligt aanleiding om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt om het beroep in te dienen. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 837,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van
€ 837,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van
€ 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. L.M. Janssens - Kleijn, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
26 oktober 2023

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.