ECLI:NL:RBDHA:2023:209
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Discretionaire bevoegdheid bij functietoewijzing binnen Defensie
In deze zaak heeft eiser, een militair medisch instrument technicus, beroep ingesteld tegen de besluiten van de staatssecretaris van Defensie, waarin hem de functie van planner niet is toegewezen. Eiser heeft gesolliciteerd naar deze functie, maar is afgewezen op basis van de gestelde ervaringseisen. De rechtbank heeft op 19 december 2022 de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en twee andere personen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser sinds 15 maart 2018 werkzaam is en op 1 oktober 2019 is bevorderd tot adjudant. Eiser heeft gesolliciteerd naar de functie van planner, maar is afgewezen omdat hij niet voldeed aan de ervaringseis van minimaal zes jaar in de rang van adjudant. Eiser betoogde dat zijn deelname aan buitenlandse missies en gevolgde opleidingen relevant waren, maar de staatssecretaris heeft deze argumenten niet geaccepteerd.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris bij de functietoewijzing een discretionaire bevoegdheid heeft, wat betekent dat de rechter terughoudend moet zijn in de toetsing van deze beslissing. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd waarom de functie niet aan eiser is toegewezen en dat de keuze voor een andere kandidaat, Jager, niet onredelijk is. Eiser's beroep wordt ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.