ECLI:NL:RBDHA:2023:20871
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot plaatsing in tbs-kliniek wegens onvoldoende bijzondere omstandigheden
In deze zaak vorderde de eiser, die in detentie verblijft, plaatsing in een tbs-kliniek binnen de kortst mogelijke termijn. De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen, omdat de door eiser aangevoerde omstandigheden niet als bijzonder en zwaarwegend genoeg werden beschouwd om voorrang te krijgen op anderen die al langer op de wachtlijst staan. Eiser is bij onherroepelijk arrest veroordeeld tot tbs met dwangverpleging, en staat momenteel vierde op de wachtlijst voor plaatsing in FPC de [Kliniek]. De Staat der Nederlanden erkent dat de termijn voor plaatsing van vier maanden is overschreden, maar stelt dat er een capaciteitsgebrek is in de tbs-klinieken, waardoor onmiddellijke opname niet mogelijk is. De voorzieningenrechter oordeelt dat de situatie van eiser niet zodanig bijzonder is dat hij voorrang kan krijgen, en dat hij voldoende behandeling ontvangt in het penitentiair psychiatrisch centrum waar hij verblijft. De vordering wordt afgewezen en de proceskosten worden gecompenseerd.