3.1.De rechtbank stelt voorts vast dat, gelet op de aanvullende beroepsgronden, de berekening van de hoogte van de beslagvrije voet niet in geschil is.
Wat vindt eiser in beroep
4. Eiser stelt dat het besluit is genomen op basis van onjuiste en onzorgvuldige gronden en dat geen rekening is gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eiser. Eiser stelt daarnaast dat zijn inkomen te laag is om af te lossen. Hij moet regelmatig naar het ziekenhuis en heeft een eigen bijdrage van € 20,- bij het CAK. Eiser doet een beroep op artikel 3, zevende lid, en artikel 4, zevende lid, van de Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen (de Regeling) en verzoekt hiermee om vanwege zijn schrijnende situatie nihil stelling van de aflossing. Voorts stelt eiser materiele en immateriële schade te lijden, alsook zijn twee zonen ( [zoon 1] en [zoon 2] ). Hiervoor verzoekt hij een vergoeding. Tot slot verzoekt eiser om een schadevergoeding in verband met de overschrijding van de redelijke termijn.
Wat oordeelt de rechtbank
5. De rechtbank overweegt dat de bevoegdheid om de teveel betaalde AIO-aanvulling te verrekenen met de AIO en eventueel het AOW-pensioen voortvloeit uit de Participatiewet (Pw), op basis van de artikelen 60 en 60a. De bevoegdheid om de terugvordering te verrekenen volgt dan ook niet uit de Regeling. De Regeling is wel van toepassing op terugvorderingen op grond van de AOW, maar niet op terugvorderingen op grond van de Pw.
6. De rechtbank heeft ter zitting het beleid van verweerder besproken. Immers, in artikel 3, zevende lid in samenhang met artikel 4, zesde lid van de Regeling heeft verweerder de bevoegdheid om een belangenafweging toe te passen in het kader van de terugbetaling, en kan op basis hiervan uitstel verlenen. Zo kan verweerder bij een ‘kennelijk onredelijk resultaat’ bepalen dat eiser (tijdelijk) niet behoeft af te lossen.
7. Ter zitting heeft eiser aangevoerd dat financieel gezien zijn situatie schrijnend is. Er zijn veel medische kosten en er blijft niet veel over per maand. De zoon van eiser, die bij hem inwoont, heeft ook weinig financiële middelen. Het gezamenlijk inkomen is volgens eiser erg laag. Eiser heeft dit echter niet nader onderbouwd met stukken.
8. Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat een kennelijk onredelijk resultaat zich voordoet bij bijvoorbeeld dreigende afsluiting van water of elektra, of bij betalingsachterstanden. Daarvan is kennelijk geen sprake bij eiser. Bovendien is eiser gewezen op eventuele voorzieningen vanuit de gemeente, eventueel ook voor zijn inwonende zoon.
9. De rechtbank komt, in lijn met het gestelde zijdens verweerder, tot het oordeel dat niet gebleken is dat sprake is van een kennelijk onredelijk resultaat voor eiser, of een schrijnende situatie. Bovendien is het aflossingsbedrag van eiser al gesteld op het minimum in verband met de beslagvrije voet.
10. De beroepsgronden slagen niet.
11. De rechtbank ziet gelet op het voorgaande geen reden om aan te nemen dat het bestreden besluit onrechtmatig is, zodat geen aanleiding bestaat voor beoordeling van schadevergoeding, wat er verder zij van de vraag of vergoeding van dergelijke schade in deze procedure aan bod zou kunnen komen.
Verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
12. Eiser heeft in beroep verzocht om immateriële schadevergoeding vanwege het overschrijden van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
13. De rechtbank overweegt als volgt. In een zaak als deze is een bestuursrechtelijke procedure niet binnen een redelijke termijn afgerond als meer dan twee jaren zijn verstreken tussen het maken van bezwaar en het doen van uitspraak in beroep. Vanaf de ontvangst door het college van het eerste bezwaarschrift van eiser op 12 januari 2022 tot de datum van deze uitspraak, 12 december 2023, heeft de procedure (naar boven afgerond), één jaar en elf maanden geduurd. Dit betekent dat de redelijke termijn niet is overschreden.