5.1Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiser afkomstig is uit een veilig land van herkomst. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij onder een van de uitzonderingscategorieën valt. Eiser heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer een reëel risico loopt op ernstige schade omdat de Marokkaanse autoriteiten hem niet willen helpen.
Heeft verweerder Marokko voor eiser ten onrechte als veilig land van herkomst aangemerkt?
6. De rechtbank stelt vast dat verweerder Marokko heeft aangewezen als veilig land van herkomst, voor het laatst bij de herbeoordeling van 8 juni 2023.Hiervan zijn de volgende groepen uitgezonderd: LHBTI’ers, (online) journalisten en (mensenrechten)activisten die kritiek uitoefenen op de islam, het koningshuis en/of de Marokkaanse regering (onder meer vanwege het officiële standpunt van de regering betreffende de Westelijke Sahara), Hirak Rif-activisten en journalisten die verslag deden over de situatie in het Rifgebergte en de demonstraties aldaar en personen die te maken krijgen met strafrechtelijke vervolging. Deze aanwijzing heeft de Afdelingbij uitspraak van 8 juni 2022 als rechtmatig beoordeeld.Dit betekent dat ten aanzien van vreemdelingen uit Marokko, met uitzondering van vreemdelingen uit Marokko die vallen onder één van de hiervoor genoemde uitzonderingsgroepen, het algemeen rechtsvermoeden geldt dat zij geen internationale bescherming nodig hebben. Het ligt op de weg van de vreemdeling om aannemelijk te maken dat Marokko vanwege zijn specifieke omstandigheden voor hem niet veilig is.
7. Eiser heeft geen beroepsgronden aangevoerd tegen de aanwijzing van Marokko als veilig land van herkomst. Eiser voert ook niet aan dat hij onder een van uitzonderingscategorieën valt. Eiser voert aan dat Marokko voor hem geen veilig land van herkomst is, omdat hij van de Marokkaanse autoriteiten geen bescherming kan krijgen tegen het geweld van de bende. Eiser voert aan dat hij aannemelijk heeft gemaakt dat de Marokkaanse politie corrupt is en hem niet wil of kan helpen. Verweerder heeft niet goed gemotiveerd waarom Marokko voor eiser een veilig land van herkomst is, aangezien hij het relaas over de problemen met de bende wel geloofwaardig acht.
8. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het geloofwaardig achten van de door eiser ervaren problemen met de bende, niet betekent dat de gestelde corruptie hiermee geloofwaardig wordt geacht. Verweerder sluit niet uit dat er in specifieke en uitzonderlijke gevallen mogelijk sprake is van corruptie, maar dit leidt er niet toe dat eiser geen enkele aanspraak kan doen op bescherming van (hogere) autoriteiten. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de (hogere) autoriteiten hem niet willen helpen. Eiser heeft zijn asielrelaas uitsluitend onderbouwd met verklaringen die gebaseerd zijn op vermoedens. Ter zitting vult verweerder zijn standpunt aan met de overweging dat eiser een klacht bij het politiebureau had kunnen indienen of zich had kunnen wenden tot een andere (hogere) autoriteit.
9. De rechtbank overweegt dat de Afdeling bij uitspraak van 19 maart 2019reeds heeft overwogen dat de bestrijding van corruptie, het functioneren van politie en veiligheidsdiensten en de feitelijke toepassing van het wettelijk stelsel in Marokko verbetering behoeft, maar dat niet is gebleken dat de bestaande rechtsmiddelen zodanig gebrekkig zijn dat niet daadwerkelijk bescherming wordt geboden tegen eventuele vervolging of onmenselijke behandeling door overheidsfunctionarissen of derden. Voor zover eiser heeft beoogd te stellen dat dit niet (meer) klopt, is dat onvoldoende onderbouwd. De rechtbank is het met eiser eens dat het contact tussen de bende en eiser na het bezoek van eiser aan de politie op corruptie kan duiden, maar dat betekent niet dat de gehele politie corrupt is. Eiser heeft ook niet geconcretiseerd dat de algehele situatie in Marokko sinds de uitspraak van de Afdeling wezenlijk is verslechterd. Verweerder mag dan ook van eiser verwachten dat hij zich wendt tot de (hogere) autoriteiten in Marokko ter verkrijging van bescherming voor hij in het buitenland om internationale bescherming verzoekt.
10. De rechtbank is van oordeel dat verweerder deugdelijk heeft gemotiveerd dat Marokko voor eiser een veilig land van herkomst is. Het ligt op de weg van eiser om aannemelijk te maken dat hij in Marokko geen bescherming kan inroepen van de (hogere) autoriteiten. Eiser voert ter zitting aan dat hij geprobeerd heeft bescherming te zoeken bij andere autoriteiten, maar dat hij terug werd verwezen naar het politiekantoor waar hij aangifte had gedaan. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat deze verklaringen van eiser ter zitting niet overeenkomen met de verklaringen die eiser heeft gegeven tijdens het nader gehoor.In de correcties en aanvullingen heeft eiser zijn verklaringen ook niet gecorrigeerd of aangevuld. Eiser heeft hiermee niet aannemelijk gemaakt dat hij geen bescherming van de Marokkaanse autoriteiten kan inroepen. Eisers (potentiële) ervaring met corruptie was verder éénmalig. Het maakt dan ook niet dat hij die bescherming niet kon inroepen. De beroepsgrond slaagt niet.
11. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser de gevraagde vergunning niet krijgt.
12. Omdat de rechtbank op het beroep heeft beslist is het treffen van een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
13. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.