Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 december 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit. Eiser, een Britse nationaliteit houder, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 6 mei 2023 was uitgevaardigd. Dit besluit was genomen naar aanleiding van de vaststelling door de Koninklijke Marechaussee dat eiser de toegestane verblijfsduur in Nederland met negentien dagen had overschreden. Eiser had Nederland bezocht met de intentie om een verblijfsvergunning aan te vragen voor werkzaamheden, maar voerde aan dat de onderliggende stukken ontbraken en dat de berekeningen van zijn verblijfsduur onduidelijk waren.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overwoog dat de berekening van de verblijfsduur van eiser correct was, zoals blijkt uit de inreis- en uitreisstempels in zijn reisdocument. Eiser had op verschillende momenten in- en uitgecheckt in Nederland, wat leidde tot de conclusie dat hij de vrije termijn had overschreden. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om aan de juistheid van het terugkeerbesluit te twijfelen en verklaarde het beroep van eiser kennelijk ongegrond. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.