Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. C.W.M. van Breda, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd gesteld dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker. Dit besluit, dat op 16 januari 2023 was genomen, leidde tot het verzoek om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 15 februari 2023, maar verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.E.J.M. van den Toorn. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL23.1559, behandeld, die verband hield met het beroep van verzoeker. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. S.C. Spruijt, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.