In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 19 december 2023, werd het beroep van een Ethiopische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag ongegrond verklaard. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 24 juli 2023 besloten de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd af te wijzen. Eiser, afkomstig uit de regio Tigray, stelde dat hij problemen ondervond vanwege zijn etnische afkomst en een arrestatie door lokale soldaten van de Fano. De rechtbank behandelde het beroep op 17 november 2023, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigden aanwezig waren.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht ongegrond had verklaard. De staatssecretaris had de relevante elementen van eisers asielrelaas, zoals zijn identiteit en de problemen die hij ondervond als Tigreeër, geloofwaardig geacht. Echter, de staatssecretaris concludeerde dat deze elementen niet voldoende waren om eiser als vluchteling aan te merken, vooral gezien de verbeterde veiligheidssituatie voor Tigreeërs in Ethiopië na het vredesverdrag van 2 november 2022. De rechtbank vond dat de staatssecretaris de arrestatie van eiser niet als een afzonderlijk relevant element had hoeven beschouwen, omdat deze arrestatie verband hield met zijn etnische achtergrond en niet op zichzelf stond.
Eiser had in beroep nieuwe verklaringen ingebracht over zijn arrestatie, maar de rechtbank oordeelde dat deze verklaringen niet voldoende onderbouwd waren en niet in strijd waren met eerdere verklaringen van eiser. De rechtbank concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren voor de stelling dat eiser bij terugkeer naar Ethiopië risico liep op vervolging of ernstige schade. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard, en kreeg eiser geen vergoeding van zijn proceskosten.