ECLI:NL:RBDHA:2023:20752

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
29 december 2023
Zaaknummer
NL23.5035
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Venezolaanse eiseres wegens onvoldoende onderbouwing van bedreigingen en vrees voor vervolging

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Venezolaanse eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft op 15 april 2019 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die aanvankelijk op 14 mei 2021 werd afgewezen. Deze afwijzing werd echter door de rechtbank vernietigd op 28 september 2022, waarna de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opnieuw besloot en de aanvraag op 16 februari 2023 opnieuw afwees als ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 28 november 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk.

Eiseres, van Venezolaanse nationaliteit, stelt dat zij niet veilig is in Venezuela vanwege bedreigingen aan het adres van haar vader, die tegenstander is van het regime. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de relevante elementen in de beoordeling van de asielaanvraag niet onjuist heeft vastgesteld. Hoewel de rechtbank erkent dat de vader van eiseres jarenlang is bedreigd, concludeert zij dat eiseres zelf geen persoonlijke bedreigingen heeft ondervonden die haar asielaanvraag zouden rechtvaardigen. De rechtbank wijst erop dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een gegronde vrees voor vervolging heeft of dat zij een reëel risico loopt op ernstige schade.

De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter C.W. Griffioen, in aanwezigheid van griffier J.F.A. Bleichrodt, en is openbaar gemaakt op 20 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.5035

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. M. Erik),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. Y.D. Ancion).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Zij heeft op 15 april 2019 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft deze aanvraag aanvankelijk bij besluit van 14 mei 2021 afgewezen, maar dit besluit is door deze rechtbank vernietigd bij uitspraak van 28 september 2022 [1] . Verweerder heeft daarna opnieuw beslist op de aanvraag en deze met het bestreden besluit van 16 februari 2023 in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond [2] .
1.1.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 28 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, V. Duivesteijn als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?

2. Eiseres stelt van Venezolaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [datum] 1998. Eiseres zou niet veilig zijn in Venezuela, omdat haar familie aan de kant van de oppositie staat. Zo is haar vader uitgesproken tegenstander van het regime en heeft hij een taalinstituut dat doelwit is geweest van verschillende aanvallen. Toen eiseres klein was, is haar ouderlijk huis een keer overvallen. Meer recent zou zij, vanwege haar vader, een keer bedreigd zijn in een taxi en op straat zijn bedreigd door iemand van de overheid of de colectivos [3] .
2.1.
Verweerder heeft de aanvraag van eiseres bij het bestreden besluit afgewezen. Verweerder vindt geloofwaardig dat de familie van eiseres achter de oppositie staat en dat haar vader jarenlang is aangevallen en bedreigd. Verweerder vindt echter niet geloofwaardig dat eiseres in een taxi bedreigd is vanwege haar vader. Ook gelooft verweerder niet dat eiseres op straat is bedreigd door iemand van de colectivos die haar wilde overvallen. Verweerder vindt dat eiseres op deze punten vaag en summier heeft verklaard. De geloofwaardig geachte elementen vindt verweerder onvoldoende om over te gaan tot het verlenen van een asielvergunning.
Wat vindt eiseres in beroep?
3. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit. De rechtbank gaat hierna puntsgewijs in op wat zij heeft aangevoerd.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Bedreigingen gericht aan vader4. Eiseres betoogt allereerst dat verweerder de relevante elementen niet goed heeft vastgesteld. Verweerder heeft als een van de relevante elementen aangemerkt dat de vader van eiseres jarenlang is aangevallen en bedreigd. Ten onrechte is niet onderkend dat het niet alleen de vader is die jarenlang is aangevallen en bedreigd, maar dat dit voor het hele gezin geldt. De jarenlange aanvallen en bedreigingen richting eiseres (en de rest van het gezin) hadden ook als relevant element aangemerkt moeten worden. Dit had dan ook doorgetoetst moeten worden in het kader van de zwaarwegendheid. In het geval dat verweerder de aanvallen en bedreigingen richting eiseres onder het relevante element van haar vader heeft geschaard, moet ervan worden uitgegaan dat verweerder die geloofwaardig acht. Die punten zijn dan echter niet doorgetoetst in het kader van de zwaarwegendheid, waardoor het bestreden besluit niet in stand kan blijven.
4.1.
De rechtbank volgt eiseres niet in dit betoog. De rechtbank stelt voorop dat verweerder in het bestreden besluit al gemotiveerd is ingegaan op dit betoog. Zo heeft verweerder gemotiveerd dat de verklaringen van eiseres met name gaan over bedreigingen richting haar vader en dat zij niet verder heeft toegelicht welke persoonlijke bedreigingen zij en de rest van de familie hebben ontvangen. Het is aan haar om hier concreet over te verklaren. Eiseres heeft onder meer verklaard over een incident dat in 2002 heeft plaatsgevonden, maar dat werd door haar omschreven als “een gewone overval met doodsbedreigingen” [4] . Eiseres heeft daarbij verklaard dat zij niet weet wat de reden van de overval was, dat ze niet weet of het rechtstreeks gericht was op haar vader of tegen de familie en dat het taalinstituut van haar vader toen nog niet bestond [5] . Daarnaast heeft eiseres, zoals verweerder terecht stelt, met name verklaard over de bedreigingen en aanvallen richting haar vader vanaf 2016 als gevolg van het taalinstituut. Aan eiseres is gevraagd of er tussen 2002 en 2016 nog iets is gebeurd. Eiseres antwoordt daarop:

Op het persoonlijke vlak voor ons niet. Ten minste er zijn wel dingen gebeurd
in mijn huis ook, maar ik denk niet die rechtstreeks met dit onderwerp te
maken hebben. Het is moeilijk voor mij om te zeggen, omdat de bedreigingen
altijd voor mijn vader waren. Bedreigingen als het soort: pas op, pas op je
dochters. De enige keer dat ik rechtstreeks ben bedreigd was die keer dat ik
van de universiteit kwam. De bedreigingen voor mijn vader begonnen denk ik
pas in 2016, maar ik weet het jaar niet zeker. [6]
Uit deze verklaringen blijkt dat eiseres zelf heeft aangegeven dat de bedreigingen tot die tijd altijd aan haar vader werden gericht. Het enkele feit dat er in de bedreigingen richting haar vader wel eens iets over eiseres en haar zus werd gezegd, is onvoldoende voor het oordeel dat verweerder de relevante elementen onjuist of onvolledig heeft vastgesteld. Gelet op het voorgaande heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat hij de relevante elementen juist en volledig heeft vastgesteld. De rechtbank wijst erop dat dit oordeel ook in lijn is met haar eerdere uitspraak van 28 september 2022. In die uitspraak kwam eiseres al met hetzelfde betoog en ook toen heeft de rechtbank haar niet gevolgd. Tot slot overweegt de rechtbank dat verweerder de bedreigingen die persoonlijk op eiseres zouden zijn gericht (in de taxi en op straat) apart heeft vastgesteld als relevante elementen en op geloofwaardigheid heeft beoordeeld. De rechtbank gaat daar hieronder op in.
Bedreigingen in taxi en op straat4.2. Eiseres betoogt dat verweerder de bedreiging in de taxi en op straat ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Volgens eiseres heeft verweerder de ongeloofwaardig geachte elementen niet in samenhang beoordeeld met de elementen die wel geloofwaardig zijn geacht. Dit is in strijd met de WI 2014/10 [7] en met de eerdere uitspraak van de rechtbank. Ook zijn de concrete weerleggingen uit de zienswijze onvoldoende of niet weersproken in het bestreden besluit. Verder heeft verweerder nog steeds onvoldoende gemotiveerd op welke manier externe geloofwaardigheidsindicatoren zijn betrokken. Verweerder kan niet volstaan met het benoemen van de betrokken informatie. Eiseres heeft bronnen aangehaald waaruit blijkt dat tegenstanders van het regime worden vervolgd en onmenselijk worden behandeld. Verweerder heeft bij het weerleggen van die bronnen ten onrechte geconcludeerd dat de informatie daarin niet op eiseres slaat.
4.3.
De rechtbank stelt voorop dat eiseres al eerder in de besluitvorming heeft betoogd dat verweerder de ongeloofwaardig geachte elementen niet in samenhang heeft beoordeeld met de geloofwaardig geachte elementen. Verweerder heeft dit betoog naar het oordeel van de rechtbank in het bestreden besluit al voldoende weerlegd. Zo heeft verweerder gemotiveerd dat de geloofwaardig geachte elementen niet maken dat hij de twee relevante elementen over de bedreigingen in de taxi en op straat ook geloofwaardig moet achten of dat hij het voordeel van de twijfel moet geven. Verweerder heeft deugdelijk gemotiveerd waarom hij, ondanks de andere geloofwaardige geachte relevante elementen, de twee relevante elementen over de bedreigingen in de taxi en op straat ongeloofwaardig heeft geacht. Daar gaat de rechtbank hieronder op in.
Verweerder heeft de verklaringen over de bedreiging in de taxi vaag en summier kunnen vinden, gelet op de antwoorden die eiseres tijdens het gehoor op de vragen over dit onderwerp heeft gegeven. Verweerder heeft verder onder meer kunnen tegenwerpen dat niet valt in te zien dat er tijdens een brand bij de universiteit maar één auto bij de universiteit stond en dat de chauffeur precies wist wie eiseres was en wie haar vader was. Eiseres zou bij een willekeurige auto zijn ingestapt. Het incident zou daarom berusten op een ongelukkige samenloop van omstandigheden, zoals ook gesteld in het verweerschrift. Eiseres zou simpelweg op het verkeerde moment op de verkeerde plaats zijn geweest. Verweerder heeft kunnen stellen dat dit afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van het relaas. Verweerder heeft er in dit kader ook op kunnen wijzen dat eiseres de gestelde omstandigheden bij de universiteit (de brand en de protesten) niet heeft onderbouwd met openbare bronnen. Tot slot heeft verweerder over dit relevante element kunnen tegenwerpen dat eiseres niet meer weet te verklaren over de taxichauffeur en dat het op een niet-onderbouwde aanname berust dat de taxichauffeur tot de colectivos zou behoren.
Ook de bedreiging of overval op straat heeft verweerder niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Zo heeft verweerder onder meer kunnen tegenwerpen dat eiseres heeft verklaard dat zij naar het huis van haar buurvrouw is gerend, terwijl zij onder schot werd gehouden. Daarnaast heeft verweerder het ongerijmd kunnen vinden dat eiseres heeft verklaard dat ze samen met de buurvrouw naar buiten is gegaan om achter de overvaller aan te gaan, terwijl de overvaller gewapend was. Tot slot heeft verweerder erop gewezen dat eiseres zelf heeft verklaard dat het een gewone overval had kunnen zijn. De overvaller zou ook niets hebben gezegd wat verband hield met de bedreigingen richting haar vader.
4.4.
De rechtbank volgt eiseres niet in haar betoog dat verweerder nog steeds onvoldoende heeft gemotiveerd op welke manier externe geloofwaardigheidsindicatoren zijn betrokken. Verweerder heeft in de besluitvorming betrokken dat uit landeninformatie blijkt dat colectivos samenwerken met de autoriteiten en dat ze geweld gebruiken. Ook heeft verweerder betrokken dat mensen in Venezuela snel worden gezien als tegenstander van het regime en dat familieleden van opposanten van het regime soms tot doelwit worden gemaakt. Daarbij is door verweerder erkend en betrokken dat de vader van eiseres jarenlang doelwit is geweest van bedreigingen en aanvallen. Verweerder heeft echter gemotiveerd dat dit niet doorslaggevend is voor zijn conclusie omdat uit de persoonlijke omstandigheden van eiseres niet blijkt dat zij zelf problemen heeft gehad met de colectivos. Nu verweerder de persoonlijke omstandigheden uitgebreid heeft betrokken en beoordeeld met inachtneming van de openbare landeninformatie, heeft verweerder voldoende uitgelegd waarom hij de laatste twee relevante elementen ondanks de externe geloofwaardigheidsindicatoren ongeloofwaardig acht. Verweerder heeft verder nog openbare landeninformatie betrokken over colectivos en gemotiveerd dat daaruit niet blijkt dat colectivos uit het buitenland, specifiek uit Cuba, komen. Zo heeft hij dus de verklaringen van eiseres (in dit geval het vermoeden van eiseres dat de overvaller bij de colectivos hoort omdat hij een Cubaans accent had) in het licht bezien van externe geloofwaardigheidsindicatoren. Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder, anders dan eerder, voldoende gemotiveerd heeft hoe de externe geloofwaardigheidsindicatoren zijn betrokken.
Vluchtelingschap en ernstige schade4.5. Eiseres betoogt dat verweerder ten onrechte niet aanneemt dat zij een gegronde vrees voor vervolging heeft dan wel dat zij een reëel risico loopt op ernstige schade. Zij wijst erop dat verweerder de verklaringen over de problemen van het gezin enerzijds geloofwaardig acht, maar de problemen tegelijkertijd relativeert. Dit is volgens haar tegenstrijdig. Het feit dat de vader van eiseres tegenstander van het regime is, is voldoende om aan te nemen dat eiseres in de negatieve aandacht staat. Eiseres wijst nog op openbare bronnen waaruit blijkt dat zij als familielid van een tegenstander van het regime te vrezen heeft voor vervolging en onmenselijke behandeling. Het gezin staat bekend als escualido [8] en eiseres zal daardoor gevaar lopen.
4.6.
De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een gegronde vrees voor vervolging heeft of dat zij een reëel risico loopt op ernstige schade. Hierbij is het volgende van belang. Gelet op wat de rechtbank eerder heeft geoordeeld, heeft verweerder in het kader van de zwaarwegendheid niet ten onrechte als uitgangspunt genomen dat de familie van eiseres achter de oppositie staat, dat de vader van eiseres jarenlang is aangevallen en bedreigd, maar dat er niet persoonlijk aan eiseres bedreigingen zijn geuit en dat zij ook niet persoonlijk problemen heeft ondervonden. Eiseres heeft verder zelf verklaard dat zij niet persoonlijk wordt gezocht en dat zij niet bedreigd wordt door iemand. Ook heeft zij verklaard dat haar zus nog steeds in Venezuela verblijft en dat zij nooit op persoonlijk niveau problemen heeft gehad of slachtoffer is geweest van bedreigingen. De zus van eiseres zou in Venezuela zijn gebleven omdat zij haar studie wilde afronden. Niet valt daarom in te zien waarom de situatie voor eiseres heel anders zal zijn. Daarnaast is de vader van eiseres al een tijd geleden vertrokken uit Venezuela en is zijn taalinstituut verhuisd. Tot slot is van belang dat eiseres zelf niet politiek actief was en dat de vader van eiseres in zoverre politiek actief was dat hij sprak over de politiek, daarbij geen blad voor de mond nam, en zich uitte op social media. Zij heeft verder verklaard dat haar vader noch andere familieleden leidende posities hebben in de oppositie. Het voorgaande maakt dat de rechtbank eiseres niet volgt in haar betoog.
4.7.
Over de openbare bronnen waar eiseres naar heeft verwezen, overweegt de rechtbank als volgt. Dat uit die bronnen blijkt dat tegenstanders van het regime en hun familieleden slachtoffer kunnen worden van gewapende groeperingen, colectivos en/of de autoriteiten is, gelet op wat onder meer onder 4.6. is overwogen, onvoldoende om tot een ander oordeel te komen.
4.8.
De rechtbank overweegt verder dat verweerder heeft betrokken dat uit algemene landeninformatie niet volgt dat eiseres alleen al vanwege haar verblijf in het buitenland bij terugkeer een reëel risico loopt. Eiseres heeft verklaard dat zij bang is om op het vliegveld gecontroleerd te worden en dat ze heeft gehoord over mensen die bij terugkeer worden afgeperst. De rechtbank is van oordeel dat verweerder deugdelijk heeft gemotiveerd dat eiseres hiermee niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij enkel door haar verblijf in het buitenland een reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank verwijst in dit kader tot slot nog naar jurisprudentie van de hoogste bestuursrechter [9] .
4.9.
Eiseres heeft op de zitting nog een beroep gedaan op een recent arrest van het Hof van Justitie [10] . Volgens haar volgt uit dit arrest dat bij de beoordeling van haar relaas vooral gekeken moet worden naar hoe de autoriteiten en colectivos haar zien, namelijk als onderdeel van de oppositie en als escualido.
Verweerder heeft in reactie hierop gewezen op het voornemen, waarin al is gemotiveerd dat eiseres niet heeft onderbouwd dat zij, net als haar vader, wordt aangemerkt als escualido. Eiseres zou een keer hebben meegedaan aan een vreedzame demonstratie en heeft daarvan foto’s overgelegd. Zoals verweerder echter heeft gemotiveerd, valt uit de foto’s niet op te maken waar en wanneer deze demonstratie was en zijn die foto’s onvoldoende om aan te nemen dat de autoriteiten bekend zijn met de deelname aan de demonstratie en dat zij daardoor als escualido is aangemerkt. Ook heeft verweerder gewezen op het nader gehoor waarin eiseres heeft verklaard dat haar vader (en niet zij zelf) voor escualido werd uitgemaakt [11] . Eiseres wordt daarom niet gevolgd in haar betoog.
4.10.
Gelet op het voorgaande is niet aannemelijk geworden dat eiseres bij terugkeer naar Venezuela een gegronde vrees voor vervolging heeft of dat zij een reëel risico loopt op ernstige schade.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.W. Griffioen, rechter, in aanwezigheid van mr. J.F.A. Bleichrodt, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zaaknummer NL21.7645.
2.Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
3.In het Algemeen Ambtsbericht Venezuela van juni 2020 wordt aangegeven dat colectivos vaak worden omschreven als “illegale groepen van gewapende burgers” die als knokploeg voor de autoriteiten optreden.
4.Pagina 8 van het nader gehoor.
5.Pagina 8 van het nader gehoor.
6.Pagina 10 van het nader gehoor.
7.Werkinstructie 2014/10 Integrale geloofwaardigheidstoets; inhoudelijke beoordeling (asiel).
8.Een scheldwoord voor oppositielid.
9.Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1054.
10.Het arrest S, A (C-151/22) van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 21 september 2023.
11.Pagina 5 van het nader gehoor.